Technologiebeurs Nasdaq sloot met verlies. Met name de energiesector boekte
winst door de nieuwe recordprijs voor olie, terwijl de financials het
moesten ontgelden.

De belangrijkste index, de Dow Jones, sloot op de laatste handelsdag
van juni en van het tweede kwartaal onveranderd op 11350,01 punten. De S&P
500-index eindigde een fractie in de plus (0,1 procent hoger) op 1280,00
punten. De technologie-index, de Nasdaq, boekte een verlies van 1 procent,
of wel 22,65 punten en eindigde op 2292,98 punten.

Het kwartaal is ook voor de Amerikaanse beurzen slecht verlopen. De Dow
Jones-index verloor 7,45 procent van zijn waarde. In juni verloor de
hoofdindex ruim 10 procent, evenals de Europese beurzen.

Gezien de grote verliezen van vorige week was het gemixte beeld bij de fondsen
beter dan verwacht, aldus een beleggingsadviseur. Toch is hij niet
optimistisch over de toekomst. De hoge olieprijzen en de problemen op de
financiële markten zullen investeerders op stang blijven jagen.

"In juni stootten beleggers massaal hun aandelen af en bij het gebrek aan
verder slecht nieuws, krijgt de markt nu enigzins rust", aldus een
handelaar. "Financials zijn nog steeds erg zwak. Miscchien willen
investeerders deze fondsen niet in hun boeken hebben, nu ze het tweede
kwartaal afsluiten."

Olieconcerns ExxonMobil en Chevron profiteerden van de hoge olieprijs
en boekten een winst van 1,8 en respectievelijk 1,4 procent. Ook
aluminiumconcern Alcoa noteerde een plus (0,7 procent).

De prijs voor een vat ruwe olie bereikte maandag een nieuw record van 143,45
dollar. Later op de dag zakte de prijs iets terug tot 140 dollar per vat.

Winkelketen Wal Mart profiteerde in eerste instantie van een
opwaardering van zakenbank UBS. Het aandeel noteerde 1,2 procent hoger, maar
sloot uiteindelijk met een verlies van 0,2 procent.

Net als op de Europese beurzen moeten de financiële fondsen het in New York
ontgelden. De topman van de Bank of New York Mellon Corporation zei meer
verliezen voor de sector in zijn geheel te verwachten. Bovendien denkt de
topman dat de crisis op de Amerikaanse huizenmarkt nog wel enige tijd zal
aanhouden.

Verzekeringsmaatschappij American International Group en de grootste bank van
de VS, Citigroup, noteerden verliezen van respectievelijk 4,6 en 2,8
procent. Ook zakenbank JPMorgan Chase en Bank of America stonden in het rood
(2,1 en 2,9 procent).

Bij het slot van de handelsdag maandag in de VS kostte een vat ruwe
olie 140,49 dollar. Een euro was 1,5743 dollar waard vergeleken met 1,5744
dollar bij het slot van de Europese handel.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl