De Eindhovense chipmaker NXP heeft in april, mei en juni 18 procent minder inkomsten behaald. Het operationeel verlies kwam uit op 145 miljoen dollar.
NXP heeft last van de malaise in de autobranche door de coronacrisis. Automakers sloten in het tweede kwartaal wereldwijd fabrieken en er werden minder auto’s verkocht.
NXP is de grootste leverancier van chips aan de auto-industrie. Die worden onder meer gebruikt voor hulpsystemen voor de bestuurder en entertainmentsystemen.
Ook over het huidige derde kwartaal is NXP somber gesteld. De onderneming voorziet een operationeel verlies van zo’n 105 miljoen dollar.
Chipmaker NXP Semiconductors heeft in het tweede kwartaal veel last gehad van de malaise in de autosector, waar het met de levering van chips een groot deel van zijn geld verdiend. Door de coronacrisis sloten automakers wereldwijd fabrieken en werden minder auto’s verkocht.
NXP is de vroegere chipdivisie van Philips en is door de overname van branchegenoot Freescale in 2015 uitgegroeid tot de grootste leverancier van chips aan de auto-industrie. De chips worden onder meer gebruikt voor hulpsystemen voor de bestuurder, entertainmentsystemen en netwerken tussen verschillende auto-onderdelen.
NXP zag zijn omzet in april, mei en juni met 18 procent terugvallen tot iets meer dan 1,8 miljard dollar. Bij het onderdeel dat chips produceert voor auto’s kelderden de opbrengsten met 35 procent tot 674 miljoen dollar.
Het operationeel verlies van NXP kwam uit op 145 miljoen dollar, van een winst van 157 miljoen dollar een jaar eerder.
"Onze automotive-eindmarkt werd aanzienlijk beïnvloed door de effecten van de coronapandemie", aldus de nieuwe topman Kurt Sievers. Wel constateerde hij wat beter dan verwachte omstandigheden op andere eindmarkten.
Maar al met al is NXP ook over het huidige derde kwartaal somber gesteld. De onderneming voorziet een omzet in een bandbreedte van 1,9 miljard dollar tot 2,1 miljard dollar. Het operationeel verlies komt waarschijnlijk uit op zo'n 105 miljoen dollar.
Coronacrisis hakt in op resultaten moederbedrijf Peugeot en Opel
Dat de autobranche hard geraakt is door de coronacrisis blijkt dinsdag ook uit de kwartaalresultaten van autofabrikant PSA Group, moederbedrijf van onder meer Peugeot, Citroën en Opel. De omzet en winst in de eerste helft van 2020 is flink gedaald.
De autobranche ging afgelopen periode gebukt onder massale gedwongen sluitingen van showrooms. In veel landen kwamen de autoverkopen hierdoor tijdelijk stil te liggen. Ook werd de productie erg verstoord omdat fabrieken tijdelijk gesloten werden.
De totale opbrengsten bij PSA kelderden uiteindelijk met meer dan een derde tot 25,1 miljard euro. Onder de streep bleef 376 miljoen euro over, waar in de eerste helft van vorig jaar nog meer dan 2 miljard euro winst in de boeken ging. Daarbij bedroeg de marge op het vlak van auto's 3,7 procent.
Toch denkt het concern dat het niet nodig is om zijn financiële doelstellingen voor de marge op auto's te laten varen. PSA bevestigde zijn margedoelstelling voor de periode 2019 tot 2021. Daarin ging het concern uit van een gemiddelde marge van meer dan 4,5 procent.
"We zijn vastbesloten om in de tweede helft van het jaar een solide opleving te realiseren", liet topman Carlos Tavares weten.
PSA wacht momenteel op goedkeuring van de Europese Commissie voor zijn fusieplannen met rivaal Fiat Chrysler. Het concern rekent er nog steeds op dat de deal tegen het einde van het eerste kwartaal van volgend jaar afgerond kan worden. Het fusiebedrijf dat ontstaat door het samengaan van de autofabrikanten krijgt de naam Stellantis.