Noord-Korea staat mogelijk op het punt om één van de grootste kernwapens ooit te testen.
Ri Yong-ho, de minister van Buitenlandse Zaken van het geïsoleerde land, zei op de VN-bijeenkomst vorige week donderdag tegen journalisten dat leider Kim Jong-un overweegt een waterstofbom te testen in de Grote Oceaan.
De uitlatingen waren een reactie op de toespraak van de Amerikaanse president Donald Trump bij de Algemene Vergadering van de VN. Hij noemde Kim Jong-Un een “een kleine raketman op een zelfmoordmissie” en dreigde Noord-Korea met “totale vernietiging” als de VS zichzelf of een van zijn bondgenoten moet verdedigen.
Kim reageerde daar weer op door Trump geestelijk gestoord te noemen in een geschreven verklaring. “Een bange hond blaft nog harder”, aldus de Noord-Koreaanse leider.
Veel experts noemen de uitspraken van Trump onverstandig. Hij zou Kim Jong-un kunnen provoceren, met dramatische gevolgen.
"Trump maakt het zo moeilijker voor Kim om zich publiekelijk terug te trekken", zei Jeffrey Lewis, directeur van het Middlebury Institute of International Studies, tegenover Vox. "Als je Kim uitdaagt, voelt hij een druk om daar overheen te gaan met eigen provocaties."
Noord-Korea heeft de afgelopen jaren verschillende proeven gedaan met atoomwapens, maar die ontploffingen vonden allemaal plaats diep berg. Het is decennia geleden dat een land een nucleaire test heeft gedaan hoog in de lucht, op de grond of onder water.
Als Noord-Korea inderdaad een atoombom boven de grond laat ontploffen - en nog wel de grootste ooit in de regio rond de Stille Oceaan - dan heeft dat enorme gevolgen. Daarvoor hoef je alleen maar terug te kijken naar de Koude Oorlog.
Waarom nucleaire tests in de atmosfeer gevaarlijk zijn
De Verenigde Staten, Rusland, China en andere landen hebben sinds 1945 meer dan 2.000 atoomproeven gedaan. Meer dan 500 van deze ontploffingen vonden plaats boven de grond, hoog in de lucht, op schepen of onder water.
Dat was in de begindagen van de Koude Oorlog, voordat de risico's van atoomtests duidelijk waren. Nu hebben bijna alle landen ter wereld dergelijke proeven verboden.
Het grootste probleem is de radioactieve neerslag, het stof dat na de explosie in de atmosfeer belandt en neerdaalt op het aardoppervlak. En bij ontploffingen op de rand van de ruimte speelt nog het probleem van de elektromagnetische puls, die alle elektrische apparatuur tot op grote afstand doet uitvallen.
Slechts een fractie van het nucleaire materiaal in een kernwapen wordt omgezet in energie. De rest valt uit elkaar in hele kleine deeltjes, die door de explosie hoog de lucht in worden geschoten en zich verspreiden.
Om dit risico te beperken vinden proeven met kernwapens doorgaans diep onder de grond plaats. Maar Noord-Korea dreigt nu met een test boven het aardoppervlak. De explosie kan stof, rommel, water en ander materiaal aanzuigen en hoog de lucht in slingeren. De radioactieve neerslag kan zich zo over honderden kilometers verspreiden.
In de Koude Oorlog hebben bovengrondse tests aan veel onschuldige mensen rondom de Grote Oceaan het leven gekost, waaronder Japanse vissers. En ook nu nog leiden de proeven uit die periode wereldwijd tot veel gezondheidsproblemen.
Waar en hoe zwaar?
Waar en op welke hoogte Noord-Korea de waterstofbom overweegt te testen, deed de minister van Buitenlandse Zaken niet uit de doeken. Hij zei alleen dat dit weleens de grootste ontploffing van een kernwapen ooit kan zijn in de Grote Oceaan.
Dat zou betekenen dat de atoomproef zwaarder is dan diegene die de VS hield op 1 maart 1954 onder de codenaam Castle Bravo. Toen liet het Amerikaanse leger een waterstofbom ontploffen op het Bikini-atol van de Marshalleilanden, zo'n 3.700 kilometer ten zuidoosten van de Japanse kust.
De Verenigde Staten experimenteerden tussen 1946 en 1958 met kernwapens op het atol. De waterstofbom die in maart 1954 tot ontploffing werd gebracht was ongeveer duizend keer zo krachtig als de atoombom die in 1945 op Hiroshima werd gegooid.
Hoewel het Amerikaanse leger de proef als een succes beschouwde, waren de gevolgen rampzalig. De explosie was bijna drie keer zo krachtig als wetenschappers van tevoren hadden berekend. De mensen die dertig kilometer verderop schuilden in een bunker kwamen bijna om het leven door de schokgolf.
Wetenschapper Bernard O'Keefe vertelt in het boek Command and Control: Nuclear Weapons, the Damascus Accident, and the Illusion of Safety van auteur Eric Schlosser hoe het was om in die bunker te zitten. Zijn beschrijving geeft goed weer hoe krachtig de explosie wel niet was:
"About ten seconds after Shrimp exploded, the underground bunker seemed to be moving. But that didn't make any sense. The concrete bunker was anchored to the island, and the walls were three feet thick.
"'Is this building moving or am I getting dizzy?' another scientist asked. 'My God, it is,' O'Keefe said. 'It's moving!'
"O'Keefe began to feel nauseated, as though he were seasick, and held on to a workbench as objects slid around the room. The bunker was rolling and shaking, he later recalled, 'like it was resting on a bowl of jelly.' The shock wave from the explosion, traveling through the ground, had reached them faster than the blast wave passing through the air."
De wetenschappers konden het navertellen, maar de bewoners van eilanden 150 kilometer verderop hadden minder geluk.
Binnen een seconde na de explosie ontstond een enorme vuurbal van ruim 7 kilometer doorsnede die 220 duizend ton koraal in een oogwenk grotendeels transformeerde tot radioactieve neerslag. Het meeste daarvan kwam neer op eilanden ten oosten van het Bikini-atol, waardoor veel mensen om het leven kwamen door stralingsziekte.
Ruim zestig jaar na dato is het niveau van radioactieve straling op het eiland nog steeds zo hoog dat bewoners niet veilig terug kunnen keren.
De schokgolf en de explosie sloegen een gigantische krater met een doorsnede van 2 kilometer in het atol. Vanuit de ruimte is de hap uit het eiland duidelijk te zien.
Als Noord-Korea een nog krachtigere bom test, mag de wereld hopen dat ze dat diep onder de grond doen.
Raket of geen raket?
Deze scenario's gaan ervan uit dat Noord-Korea een thermonucleaire waterstofbom op een gecontroleerde manier tot ontploffing brengt - via een vliegtuig, ballon of een klein schip.
Een veel groter risico vormt een langeafstandsraket waarop een kernwapen is bevestigd, of een torpedo uit een onderzeeër.
Als zo'n test slaagt, dan toont Noord-Korea aan dat het in staat is om een kernwapen klein genoeg te maken om op een raket te plaatsen. Dat betekent dat het land mogelijk de VS aan kan vallen met een nucleair wapen.
Maar er kan van alles fout gaan met raketlanceringen, zeker als een land weinig expertise heeft op dat gebied. Een Noord-Koreaanse langeafstandsraket kan zijn doel ruimschoots missen of onderweg ontploffen - met een kernkop aan boord kan dat grote gevolgen hebben.
Het wordt nog erger als de raket niet beschikt over mechanisme om zichzelf te vernietigen - Amerikaanse raketten hebben dat in ieder geval niet. Dan is een raket alleen te stoppen door de software te hacken tijdens de vlucht of de raket uit de lucht te schieten.
"De gemoederen in dit conflict zijn sinds de Koreaanse oorlog niet zo hoog opgelopen", zei analist Tristan Webb van NK News afgelopen vrijdag. "Kim Jong-un zei in juli dat de confrontatie de laatste fase inging. Hij lijkt psychologisch klaar voor een conflict."