In drie jaar tijd groeide de – middels crowdfunding opgerichte – Chinese startup NIU uit tot marktleider op het gebied van elektrische scooters.
Het bedrijf heeft vandaag 200 winkels in China, 320 verkooppunten in Europa en 330.000 verkochte scooters wereldwijd. Dat kreeg men voor elkaar in een luttele drie jaar tijd. Een van de oprichters is Li Yinan, oud-tech directeur van Baidu, het Chinese Google.
“Dat we het grootste e-scootermerk ter wereld zijn, heeft natuurlijk te maken met onze basis in China: de grootste markt voor elektrische scooters in de wereld. Hier worden ieder jaar meer dan 25 miljoen elektrische scooters verkocht”, vertelt Joseph Constanty, de van origine Amerikaanse international director van het bedrijf die verantwoordelijk is voor de internationale uitrol.
“Met die basis is het voor ons iets makkelijker om de internationale markt open te breken dan voor onze concurrenten.”
NIU wil nu in Nederland aan de slag; afgelopen maand opende een flagshipstore aan het Museumplein in Amsterdam zijn deuren. De winkel is onderdeel van het plan om Europa te veroveren.
Constanty kwam zelf achttien jaar geleden vanuit de VS in China terecht toen hij er ging studeren. In 2012 begon hij zijn eigen schoenenbedrijf met een aantal partners. Een van de mannen waarmee het bedrijf oprichtte, startte NIU. Een jaar na de stapte hij over van zijn eigen bedrijf naar NIU om het internationaal uit te rollen.
“Ik zag NIU als een écht Chinese startup die de kans kreeg om global te gaan. Ik wilde de co-founder en zijn team helpen de internationale markt te betreden.”
Andere samenleving
Hoe kijkt Constanty als westerse man tegen de Chinese markt aan? Moeten Europese bedrijven zich zorgen maken?
“Het interessante aan Chinese bedrijven en hun klantenbestanden is dat ze - de jonge, maar ook de meer gevestigde techbedrijven zoals Baidu of Tencent - zich beter kunnen aanpassen en sneller kunnen reageren op technologische veranderingen.”
Stond China eerder bekend als land dat internationale bedrijven aan Chinese leveranciers koppelde, tegenwoordig gaat het zelf de strijd aan, bijvoorbeeld met Amazon. Alibaba heeft de buitenlandse retailers amper meer nodig, het verkoopt gewoon zelf aan de hele wereld. Maar kijk ook naar de groei van het aantal startups in het bedrijf. Er is een wil om te innoveren en op eigen benen te staan.
“Dit soort bedrijven wíllen veranderen, het is niet zo dat ze zich vasthouden aan het verleden”, zegt Constanty. “Dat ze vooruit willen is hun grote voordeel.”
De Chinese consument
Maar dat is niet het enige. “Hun belangrijkste markt, China, is zoveel welwillender om zich aan te passen aan nieuwe zaken. Kijk naar de adoptie van WeChat in de afgelopen vier jaar: van letterlijk niet bestaand in 2014, naar een door miljarden gebruikt platform vandaag de dag. Dat is mindblowing.”
Een redacteur van Bloomberg noemde onlangs het voorbeeld dat het niet downloaden van WeChat gezien wordt als “socially weird, alsof je weigert schoenen te dragen.” Sterker nog: zonder de app kun je vaak niet eens wat eten bestellen in een eettentje. De menukaart staat alleen in de app, waar je je bestelling direct doorgeeft aan de keuken.
Zelf doet Constanty er net zo hard aan mee; hij moet wel. “Ik gebruik niet eens cash in China dankzij WeChat. In vergelijking met de VS en Europa heb je hier dus een klantenbestand dat open staat voor nieuwe technologieën. Ik begrijp het niet: waarom lopen Europa en de VS zover achter op het gebied van mobiel betalen?”
Een oplossing heeft hij overigens wel: “Amerikanen en Europeanen moeten meer vertrouwen hebben, zodat technologie zich kan ontwikkelen. Omdat de Chinese klant zich zo snel aanpast, geeft dat een enorm voordeel aan hun techbedrijven en leveranciers. Zij kunnen veel meer proberen dan de concurrentie.”