De effectenbeurs in Tokio boekte vrijdag een flinke winst en eindigde voor het eerst sinds april 2000 boven de 19.000 punten. Het koersherstel op Wall Street, een koerssprong van zwaargewicht Fanuc en een zwakkere Japanse yen hielpen de Japanse beurs vooruit.
De Nikkei sloot 1,4 procent hoger op 19.254,25 punten. De Japanse hoofdindex won deze week 1,5 procent.
De Japanse robotmaker Fanuc steeg ruim 13 procent in beurswaarde. Volgens de zakenkrant Nikkei zou Fanuc de relatie met zijn aandeelhouders willen verbeteren, het dividend willen verhogen en een aandeleninkoopprogramma lanceren. Dat lijkt een direct gevolg van kritische opmerkingen door de activistische aandeelhouder Daniel Loeb, enkele weken geleden.
Op macro-economisch vlak bleek dat de industriële productie in Japan in januari met 3,7 procent is gestegen ten opzichte van een maand eerder. De forse groei was wel iets minder dan bij een voorlopige raming werd gemeld.
Elders in het Verre Oosten gingen de belangrijkste aandelenmarkten ook overwegend omhoog. De Hang Seng-index in Hongkong kreeg er 0,4 procent bij en de Shanghai Composite klom 0,6 procent. De Kospi in Seoul won 0,8 procent. In Sydney daalde de All Ordinaries 0,6 procent, door koersverliezen onder de mijnbouwers en banken.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl