Tanks van het Turkse leger zijn woensdagochtend de grens met Syrië overgestoken tijdens het offensief tegen de Syrische grensstad en IS-bolwerk Jarablus. Dat meldde de Turkse staatstelevisie TRT. Het doel is om terreurbeweging Islamitische Staat uit het Turkse grensgebied te verdrijven.
De militaire operatie krijgt steun van gevechtsvliegtuigen van de door de VS geleide coalitie die tegen IS vecht. Een verslaggever van persbureau Reuters meldde aan de grens te zien dat zes Turkse tanks Syrië waren binnengereden. Turkse straaljagers en artillerie zijn al sinds woensdagochtend bezig met beschietingen en luchtaanvallen op IS-doelen.
Ook door Turkije gesteunde Syrische rebellen doen mee aan de operatie om de stad Jarablus te bevrijden van Islamitische Staat.
Aanslag op bruiloft
Turkse tanks naderden eerder op woensdag al de Syrische grens en vuurden op posities van de rebellen. Het doel van de operatie is om de grens veilig te stellen en de coalitie tegen IS te steunen, liet een Turkse militaire bron weten. Ook noemde hij ,,Syrië’s territoriale integriteit” als reden.
Het Turkse leger had ook dinsdag al stellingen beschoten van terreurgroep IS, nadat vanuit Syrië twee mortiergranaten waren ingeslagen in de grensplaats Karkamis.
,,Onze grens moet volledig van IS gezuiverd worden", zei de minister van Buitenlandse zaken, Mevlüt Cavusoglu, maandag op een persconferentie in Ankara. Turkije houdt IS verantwoordelijk voor de 54 doden die vielen bij een bomaanslag op een bruiloft in Gaziantep.
Koerdische milities
Turkije heeft daarnaast ook andere belangen in Syrië: de opmars van de Koerden in Syrië wordt met argwaan gevolgd. Eerder viel Turkije al doelen van de Koerdische YPG-militie aan niet ver van Jarablus. De Turken willen voorkomen dat de Koerden Jarablus overnemen, en dus een groter deel van Syrië aan de Turkse grens zouden innemen. Dat zou een stimulans kunnen zijn voor de Turkse Koerdische afscheidingsbeweging PKK.
De Turken hopen met het offensief het Vrije Syrische Leger vrijbaan te geven om Jarablus in te nemen.
ANP/Z24
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl