- Nieuwbouw van vrijstaande woningen zorgt voor de meeste doorstroom op de woningmarkt, dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
- Als een nieuwbouwwoning wordt opgeleverd en de bewoners intrekken, leidt dit meestal tot een serie verhuizingen.
- In 2019 werden 62.500 nieuwbouwwoningen opgeleverd en daaropvolgend kwamen tot en met 2022 nog eens 140.000 extra woningen vrij.
- Lees ook: Huizenprijzen stijgen gemiddeld bijna 9% in 2024: de belangrijkste trends, volgens ABN AMRO
Nieuwbouw van vrijstaande woningen zorgt per woning voor de meeste doorstroom op de woningmarkt, vergeleken met andere woningtypen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Als een nieuwbouwwoning wordt opgeleverd en de bewoners intrekken, leidt dit meestal tot een serie verhuizingen, ook wel een verhuisketen genoemd. De nieuwe bewoners laten een woning achter die beschikbaar komt voor anderen. Een verhuisketen eindigt als er na een verhuizing geen woning meer vrijkomt.
In 2019 werden 62.500 nieuwbouwwoningen opgeleverd en in de daaropvolgende verhuisketens kwamen tot en met 2022 nog eens 140.000 extra woningen vrij.
Nieuwbouw appartementen zorgen voor 2x meer beschikbare woningen
Hoeveel extra woningen er vrijkomen als een nieuwbouwwoning wordt opgeleverd, verschilt per type woning. Vrijstaande woningen creëren gemiddeld de langste verhuisketens.
Voor elke vrijstaande nieuwbouwwoning die in 2019 opgeleverd werd, kwamen tot en met 2022 gemiddeld nog 2,8 extra woningen vrij in de verhuisketen die daarop volgde.
Meergezinswoningen zoals flats, appartementen of portiekwoningen, hebben gemiddeld de kortste verhuisketens.
In totale aantallen leverde de nieuwbouw van appartementen wel de meeste beschikbare woningen op. Er werden in 2019 bij elkaar 23.000 appartementen opgeleverd, waarna er tot en met 2022 nog 47.000 woningen vrijkwamen.
Bij vrijstaande nieuwbouwwoningen ging het om 8.000 huizen en om 22.000 woningen die in de verhuisketen vrijkwamen.
Meer jongeren in verhuisketens van appartementen
De eerste bewoners van een nieuwbouwflat of -appartement zijn in veel gevallen jonger dan 30. Zij zetten gemiddeld kortere verhuisketens in gang, omdat ze in het begin van hun wooncarrière zitten.
Ze verhuizen bijvoorbeeld weg uit een woning waar andere mensen achterblijven, zoals een studentenhuis, of de woning wordt betrokken door iemand die net uit huis is gegaan.
Bij vrijstaande nieuwbouwwoningen was maar 5 procent van de eerste bewoners jonger dan 30. In de verhuisketen die daarop volgde was het aandeel jonge bewoners 11 procent.
In de verhuisketens van vrijstaande woningen, inclusief de opgeleverde nieuwbouwwoningen, zaten in totaal 3.000 jonge huishoudens. In de verhuisketens van appartementen en flats zaten in totaal 18.000 jonge huishoudens.