Eind voigende week begint de Nederlander Steven Maijoor aan zijn nieuwe baan
als voorzitter van de European Securities and Markets Authority
(ESMA). Dat is de nieuwe Europese toezichthouder op de financiële markten,
die vorig jaar werd opgericht.

De in Parijs gevestigde ESMA gaat de Europese controle op onder andere
beurzen, handel in derivaten en kredietbeoordelaars coördineren. De
nationale toezichthouders – zoals de AFM in Nederland, de vorige werkgever
van Maijoor – blijven het overgrote deel van het toezicht uitvoeren. De ESMA
is er vooral voor om de samenwerking tussen die nationale toezichthouders te
stroomlijnen.

Niet machtig
Maijoor krijgt dus een invloedrijke maar niet per se machtige positie als
voorzitter van de ESMA. Wat de precieze macht van de nieuwe toezichthouder
is, zal de praktijk nog moeten uitwijzen. Maar op voorhand is de instelling
eerder een samenwerkingsplatform tussen nationale toezichthouders, dan een
zelfstandige machtsfactor.

Dat laatste geldt voor de meeste nieuwe toezichthouders die de Europese Unie
als antwoord op de financiële crisis heeft opgericht. Het zijn niet de tot
de tanden bewapende, autonoom opererende rapid response units
geworden, waar op het hoogtepunt van de crisis behoefte aan leek.

Landsgrenzen
In de EU mogen producten, bedrijven en burgers vrij bewegen, maar zijn de
toezichthouders strak gebonden aan de landsgrenzen. Dat wringt, zoals
bijvoorbeeld bleek toen bij de redding van Fortis en ABN Amro in 2008, de
oude grens tussen Nederland en België allesbepalend bleek.

Een Europese economie kan niet zonder Europees toezicht, begreep iedereen
toen. Maar drie jaar later lijkt dat Europese toezicht stilletjes veranderd
in Europese samenwerking tussen nationale toezichthouders.

Toezicht op banken
Behalve de ESMA werden er nog twee nieuwe instellingen opgericht. De European
Banking Authority
(EBA) in Londen gaat het toezicht op de banken in
coördineren. De stresstest voor de banken wordt door de EBA opgezet, maar
nationale instellingen houden belangrijke invloed op de details van de test.

De European Insurance and Occupational Pensions Authority (EIOPA) in
Frankfurt moet het toezicht regelen op verzekeraars- en pensioenen. Maar als
nationale overheden terugschrikken voor de budgettaire consequenties van
maatregelen die de EIOPA oplegt, mogen ze die uitstellen.

Deze drie nieuwe EU-instellingen vormen samen de European Supervisory
Authorities
(ESA). Uiteraard werken ze onderling ook samen. Daarvoor is
de ESA Joint Committee opgezet, waarin de samenwerking tussen de
samenwerking bevorderende instellingen wordt geregeld.

Systeemrisico
En dat is nog niet alles. In Frankfurt is de European Systemic Risk Board
(ESRB) van start gegaan. Hierin werken de Europese Centrale Bank, de
nationale centrale banken, de Europese Commissie en de drie ESA-instellingen
samen.

Het doel van de ESRB is om systeemrisico's in het eurogebied te detecteren en
verminderen. Niet door zelf eisen te stellen of te handhaven, maar door de
nationale toezichthouders op de risico's te wijzen en aan te moedigen
maatregelen te nemen.

Zo heeft Europa er sinds de crisis vooral een flinke hoeveelheid nieuwe
praatgroepen bij gekregen. Misschien dat ze straks genoeg autoriteit hebben
om op basis van 'mijn wil is wet', toch alle nationale toezichthouders in
het gareel te krijgen. Maar op papier is daar nog weinig over geregeld.

Alfabetsoep
Naast de alfabetsoep aan Europese toezichthouders, werd de EU het afgelopen
jaar ook verblijd met de oprichting van het European Financial Stability
Facility
(EFSF). Dat is de speciale bank in Luxemburg, die garanties van
lidstaten omzet in obligaties en met het opgehaalde geld Ierland (en straks
ongetwijfeld Portugal) overeind houdt.

Het EFSF is een tijdelijk fonds en moet in 2013 worden opgevolgd door het
permanente European Stability Mechanism (ESM). Over de precieze
invulling van dat noodfonds wordt deze week (hopelijk) besloten.

Lees ook:

'Noodsteun Portugal kost 70 tot 80 mrd'

Kamer akkoord met miljardensteun eurofonds

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl