Ongetwijfeld waren er goede inhoudelijke redenen voor bankverzekeraar Fortis
om afgelopen jaar de Nederlandse tak van ABN Amro en het internationale
vermogensbeheer op te slokken.
Net zoals er een strategische ratio zat achter inlijving van
digitale-kaartenmaker Tele Atlas door navigatiespecialist Tomtom.
Maar strategie is niet het enige dat telt bij grote overnames. Het gaat
ook om de prijs. Niet voor niets zag ING-topman Michel Tilmant in februari
2007 af van een huwelijk met ABN Amro, toen de beurskoers van laatstgenoemde
te hard opliep.
Wetenschappers zoals de Utrechtse econoom Hans Schenk, wijzen al jaren op het
risico van grote overnames. Daarvan mislukt structureel driekwart.
Dat komt, zo betoogde Schenk twee jaar twee jaar geleden in een lezing, mede
door kuddegedrag. Bedrijven die niet meedoen aan een fusiegolf hebben het
gevoel achterop te raken. Eten is beter dan gegeten worden, zo is de
gedachte. En dat leidt tot massale missers.
Vaak laten de gedroomde 'synergievoordelen' veel te wensen over en dat
wijten Schenk en andere wetenschappers onder meer aan onderschatting van de
uitvoeringsrisico's en verwaarlozing van de basale managementtaken. Maar ook
te hoge overnamepremies spelen een rol.
Als topmanager heb je het uiteraard niet altijd voor het kiezen. De
gelegenheid om een aantrekkelijke branchegenoot op te peuzelen doet zich
niet dagelijks voor.
Dat neemt niet weg dat bedrijven oog moeten houden voor de externe
omstandigheden: weegt de overnameprijs op tegen het risico van bijvoorbeeld
snel verslechterende marktomstandigheden?
Kijk je naar de beursontwikkelingen van de afgelopen twaalf maanden,
dan blijkt dat de tweede helft van 2007 geen ideaal moment was voor grootse
daden.
Fortis, bijvoorbeeld, betaalde onder leiding van de inmiddels opgestapte
Jean-Paul Votron 24 miljard euro voor zijn aandeel in de overname van ABN
Amro. In oktober 2007, toen de deal rond kwam, was Fortis ruim 48 miljard
euro waard op de beurs. Afgelopen woensdag was dat een kleine 24 miljard
euro. Pakweg de overnameprijs van ABN Amro is verdampt.
Maar Fortis is niet de enige met een beurskater. Tomtom-voorzitter
Harold Goddijn liet zich op 7 november 2007 verleiden tot een knock out-bod
op de maker van digitale kaarten Tele Atlas. De overnameprijs bedroeg 2,9
miljard euro. Tomtom was op dat moment zelf ruim zes miljard euro waard op
de beurs. Inmiddels is de beurswaarde van Tomtom, inclusief Tele Atlas,
teruggelopen tot zo'n twee miljard euro.
Weinig glorieus is ook de nasleep van de overname van babyvoedingbedrijf
Numico. Rivaal Danone betaalde in juli 2007 de hoofdprijs met een bod van
12,3 miljard euro. Numico's topman Jan Bennink kreeg daarbij dik 80 miljoen
euro in de schoot geworpen. Inmiddels is Danone, een jaar later, ruim tien
miljard euro minder waard op de beurs. Inclusief Numico.
Koersdalingen van de kopende partijen zeggen op zichzelf natuurlijk
weinig over de zin van grote overnames. De huidige beursmalaise is
hoofdzakelijk te wijten aan de kredietcrisis, zorgen over de inflatie en de
nakende economische groeivertraging.
Toch lijdt het weinig twijfel dat je als jager in magere beurstijden de beste
zaken doet. Zeker als je zelf wat geld achter de hand hebt gehouden.
Bankverzekeraar ING bood afgelopen mei bijvoorbeeld 416 miljoen euro
voor de Duitse hypotheekdistributeur Interhyp. Voor de Nederlandse
financiële reus een peulenschil. Maar ING betaalt wel een derde minder voor
Interhyp dan pakweg twaalf maanden geleden, terwijl de winstgevendheid van
de Duitse onderneming aardig op peil blijft.
ING-baas Tilmant, de man die ABN Amro afwees, let op de kleintjes.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl