- Het nettoloon van Nederlanders met een modaal inkomen stijgt in 2021 met 45 euro per maand, berekent HR-dienstverlener Visma Raet.
- Maar er is geen rekening gehouden met wijzigingen in pensioenpremies.
- De stijging van pensioenpremies dreigt volgend jaar namelijk flink in te hakken op het nettoloon.
- Pensioenfonds ABP houdt rekening met een stijging van de pensioenpremie met 7 procent, PFZW met 10 procent en Bpf zelfs met 15 procent.
Het nettoloon van werknemers met een modaal inkomen stijgt volgend jaar met 45 euro per maand, een plus van 2 procent.
Dat heeft HR-dienstverlener Visma Raet berekend na de presentatie van de Miljoenennota.
Hierbij gaat de HR-dienstverlener uit van een modaal inkomen van 2.778 euro bruto per maand. Inclusief de vakantietoeslag van 8 procent komt dit neer op 36.000 euro bruto per jaar.
Wie twee keer modaal verdient, dus 72.000 bruto per jaar, krijgt er volgend jaar 50 euro per maand netto bij. Dat is een stijging van 1,4 procent.
Gewijzigde pensioenpremies niet meegenomen
In de berekeningen van Visma Raet zijn de verlaging van het belastingtarief in de eerste schijf van de inkomstenbelasting naar 37,10 procent en verhogingen van de algemene heffingskorting en de arbeidskorting meegenomen. Maar wijzigingen in de pensioenpremies zijn niet verdisconteerd. Dat kan grote invloed hebben op de daadwerkelijke koopkracht.
ABN Amro-econoom Piet Rietman stelde eerder dat pensioenpremies naar verwachting gemiddeld met 4 procent zullen stijgen, waarbij uitschieters tot 15 procent best mogelijk zijn.
Bij een stijging van de pensioenpremie met gemiddeld 4 procent, gaat iemand er met een modaal salaris van bruto 36.000 euro er netto 22 euro per maand op achteruit.
Pensioenfonds ABP voor ambtenaren en onderwijs zou rekening houden met een stijging van de pensioenpremie met 7 procent. Zorgfonds PFZW zou op een premiestijging van 10 procent uitkomen en het pensioenfonds voor de schoonmaak (Bpf) zelfs op een premieverhoging van 30 procent.
Volgens Joke van der Velpen, Kennis Manager bij Visma Reat, zegt de salarisberekening nog niets over eventuele koopkracht. "Het gaat puur om een hoger bedrag onderaan de streep op de salarisstrook van medewerkers in Nederland."
Lees ook: Nettoloon werknemer onder druk in 2021: hogere pensioenpremie hakt in op koopkracht
Lager belastingtarief en hogere heffingskortingen
Uit de fiscale plannen van het kabinet die woensdag zijn gepresenteerd, blijkt dat het belastingtarief voor inkomens tot 68.507 euro daalt van 37,35 procent dit jaar naar 37,10 procent in 2021.
Het is een maatregel die het kabinet vorig jaar al bekendmaakte en waaraan niet wordt gesleuteld. Vanaf 2022 gaat dit belastingtarief verder omlaag tot 37,03 procent in 2024.
Door een extra verhoging van de algemene heffingskorting, een vast bedrag dat je in mindering mag brengen op de verschuldigde belasting, neemt de koopkracht van mensen met een inkomen tot 68.507 euro toe. De hoogte van de korting hangt af van het inkomen, waarbij lagere inkomens meer voordeel hebben dan hogere inkomens.
De verhoging van de arbeidskorting, een vast bedrag dat werkenden in mindering mogen brengen op de verschuldigde belasting, is gunstig voor het besteedbaar inkomen van werknemers.