Op vakantie kan het nooit kwaad om je creditcard achter de hand te hebben.
Want in noodgevallen kun je doorgaans met Visa of Mastercard ook in meer
afgelegen oorden goed uit de voeten. (En vergeet niet je pincode mee te
nemen, want die is vaak noodzakelijk in het buitenland).
Maar vanuit kostenoogpunt is het vaak voordeliger als je voor pinnen bij
geldautomaten en betalen in vreemde valuta de reguliere betaalpas van je
bank gebruikt. Mits dat mogelijk is natuurlijk.
Met de komst van de EMV-chip zijn de mogelijkheden om te betalen met je
bankpas in winkels en restaurants in eurolanden sowieso een stuk groter
geworden. Uit een kleine rondgang bij de vier grootste banken in Nederland –
Rabobank, ING, ABN Amro en SNS Bank – blijkt dat de kosten van het gebruik
van de betaalpas en de credicard behoorlijk uiteen kunnen lopen.
Geld uit de automaat: euro’s
Nederlandse banken rekenen in principe geen extra kosten, als je euro’s uit de
muur haalt met je betaalpas bij een geldautomaat in een euroland. Je moet
wel een beetje opletten, want soms brengen lokale banken waar je pint, wel
iets extra’s in rekening. Dit wordt echter op het scherm van de geldautomaat
vermeld en je moet daar ook goedkeuring voor geven.
Gebruik van de creditcard voor geldopnames kost in eurolanden doorgaans 4,50
per transactie. Duurder dus dan de betaalpas.
De standaardlimiet voor pinnen met de betaalpas in het buitenland ligt bij
Nederlandse grootbanken overigens op 500 euro per dag. Bij creditcards
varieert dit meer. Zo noemt ING voor de gewone creditcard bijvoorbeeld een
limiet van 400 euro per dag, terwijl dit voor de platinumcard op 1.000 euro
ligt. Bij Rabobank liggen de limieten voor creditcards op 750 euro per dag
Pinnen: vreemde valuta
Bij geldopnames in andere valuta dan de euro, moet je bij gebruikmaking van je
betaalpas wel iets betalen. Zo rekenen Rabobank en ING voor klanten met een
standaardpakket per transactie twee euro plus een koersopslag van 1 procent.
ABN Amro laat klanten 2,25 euro betalen met een koersopslag van 1,2 procent.
SNS Bank rekent 2,25 euro zonder verdere koersopslag.
Pinnen in vreemde valuta met een creditcard is duurder: Doorgaans een minimum
van 4,50 euro per transactie plus een extra koersopslag.
Nederlandse banken raden overigens aan om in niet-eurolanden geld altijd in
lokale valuta op te nemen. Anders rekent de lokale bank een koersopslag bij
de levering van euro's, die meestal hoger is dan de commissie van
Nederlandse banken
Betalen in buitenland
Betalen in winkels en restaurants kan in het buitenland ook steeds vaker met
je gewone bankpas. Op dit punt is het verschil met de creditcard minder
groot. Betaal je in euro's dan zijn er bij de Nederlandse grootbanken noch
voor de betaalpas, noch voor de creditcard transactiekosten.
Als je bankpas in niet-eurolanden geaccepteerd wordt, is betalen in winkels
met je bankpas meestal goedkoper. Hiervoor rekenen Rabobank, ING en ABN Amro
valutakoersopslagen van respectievelijk 1 tot 1,2 procent. SNS bank hanteert
een vast bedrag van 0,15 euro per betaling.
Bij betaling in vreemde valuta met je creditcard liggen de koersopslagen
hoger, variërend van 1,35 procent (ING) tot 1,95 procent (ABN Amro). Ook
hier heeft SNS Bank een vast bedrag van 0,15 euro per transactie.
Algemeen punt is dat er bij creditcarduitgaven een groot verschil is tussen
afschrijving aan het eind van de maand (dan betaal je geen rente) en
zogenoemde regelingen voor gespreid betalen. In het laatste geval krijg je
al gauw te maken met hoge leenrentes van zo'n 15 procent op jaarbasis.
Zie voor het overzicht deze tabel: op vakantie: betaalpas
vs creditcard.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl