De vliegbelasting die het kabinet in 2021 wil invoeren treft vrachtvervoerders minder hard dan gepland. De tarieven voor het goederenvervoer komen de helft lager te liggen dan in het oorspronkelijke voorstel.
Staatssecretaris Menno Snel (Financiën) meldt dat aan de Tweede Kamer. De tarieven zijn aangepast na extra onderzoek naar de mogelijke gevolgen van de vliegbelasting door adviesbureau CE Delft. Net als in het oorspronkelijke plan gaan vliegtuigen die minder lawaai produceren minder belasting betalen.
Voor passagiers gaat een vliegtaks gelden tussen de 7 en 7,50 euro per ticket, ongeacht naar welke bestemming zij vliegen. Het precieze tarief wordt volgend jaar vastgesteld en is nog afhankelijk van de inflatie. Passagiers die alleen overstappen op een Nederlandse luchthaven, worden vrijgesteld van de vliegbelasting.
“Internationaal vliegen wordt in tegenstelling tot de auto, bus of trein op geen enkele manier belast”, zegt Snel. “Dit is een belangrijke reden om een vliegbelasting in te voeren. Dit draagt ook bij aan het verkleinen van de prijsverschillen tussen vliegtickets en bijvoorbeeld treintickets.”
Nederland blijft overigens ijveren voor een Europese vliegbelasting, zoals afgesproken in het regeerakkoord. Als die er komt, gaat de nationale vliegtaks wellicht alsnog de prullenmand in.