Startups lopen tegen grenzen aan. De aanwas van het aantal jonge snelgroeiende bedrijven in Nederland is het afgelopen jaar stilgevallen, blijkt uit onderzoek van het Erasmus Centre for Entrepreneurship (ECE) en Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM).
“Startups lijken meer moeite te hebben met opschalen. Het wordt complexer. Uit gesprekken met jonge, snelgroeiende bedrijven blijkt dat snelle groei pas wordt gerealiseerd na een relatief lange aanloopperiode”, zegt onderzoeksleider Justin Jansen.
(klik om te vergroten)
“Gemiddeld hebben startups zeker 7 tot 9 jaar nodig om de technologie, het verdienmodel en de bedrijfsprocessen schaalbaar te maken om exponentiële groei te realiseren”, vervolgt hij.
Om te worden gezien als snelle groeier, oftewel 'scale-up', moet een bedrijf dat al minstens tien medewerkers heeft drie jaar lang met minstens 20 procent groeien in het aantal fulltime medewerkers en/of omzet.
Mkb-bedrijven groeien wél snel
Dat lukte iets oudere mkb-bedrijven juist wel het afgelopen jaar. Het aantal scale-ups is in totaal met 18 procent toegenomen tot 2.695 en de nieuwe aanwas bestaat voor het overgrote deel uit gevestigde mkb'ers, blijkt uit het Rotterdamse onderzoek. Voor het eerst sinds jaren zijn er ook meer mkb-ondernemers aan het groeien dan aan het krimpen.
(klik om te vergroten)
"Niet zozeer de jonge, innovatieve startups met baanbrekende technologieën of verdienmodellen, maar juist bestaande mkb-ondernemingen zijn in staat geweest, natuurlijk gesteund door het economische sentiment, om nieuwe wegen in te slaan en snelle groei te realiseren", zegt Jansen over die snelle groei. "Ze lijken daarmee beter in te spelen op de mogelijkheden die digitalisering van bedrijfsprocessen biedt en het toepassen van nieuwe technologieën of verdienmodellen om groei mogelijk te maken."
In totaal hebben scale-ups de afgelopen drie jaar gezorgd voor 46.837 nieuwe voltijdbanen.