Eind 2011 hadden bedrijven als Heineken, Philips, DSM en Unilever bijna 26 miljard euro in België gestald. Ze profiteren daar van de zogeheten ‘notionele intrestaftrek’. Bedrijven mogen over hun eigen vermogen min de waarde van de deelnemingen een fictieve rente berekenen. Die is gekoppeld aan die van tienjarige Belgische staatsobligaties en is fiscaal aftrekbaar.
De Nederlandse multinationals zijn van de ‘België-route’ gebruik gaan maken sinds een soortgelijke regeling in Nederland eind 2010 werd afgeschaft. Toch is de Belgische regeling niet meer voor elk Nederlands concern aantrekkelijk, omdat de rente van de staatsobligaties daalt en het aftrekpercentage dus ook, aldus hoogleraar en PwC-partner Stef van Weeghel.
Volgens de Belgische zakenkrant De Tijd maakt bijna 20 procent van de 100 grootste bedrijven ter wereld gebruik van fiscale voordelen in België. Daaronder zijn olieconcerns als BP en ExxonMobil en staalgigant ArcelorMittal. De laatste had tot voor kort 45 miljard euro aan eigen vermogen in België ondergebracht.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl