- De bedrijvigheid in de Nederlandse industrie is in mei opnieuw fors gekrompen.
- Ondernemingen geven aan dat zowel de productie als de nieuwe orders onder druk staan.
- Voor de werkgelegenheid in de industrie heeft de zwakkere vraag vooralsnog beperkte gevolgen.
- Lees ook: Mogelijk lithiumfabriek van €1 miljard naar Nederland
De Nederlandse industrie heeft vorige maand zowel minder geproduceerd als minder orders binnengehaald. Dat komt naar voren uit cijfers van de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi), die de daling toeschrijft aan de zwakke vraag. Daardoor moesten bedrijven hun voorraden verkleinen en liepen de inkoopactiviteiten terug.
De peiling onder Nederlandse inkoopmanagers in de industrie meet elke maand hoe het gesteld is met de omstandigheden voor bedrijven.
De zogeheten inkoopmanagersindex van de vereniging zakte vorige maand van 44,9 naar 44,2. Dat was de sterkste daling in drie jaar tijd. In de grafiek hieronder is dit te zien bij de donkerblauwe lijn.
Ook in de acht maanden voorafgaand aan mei verslechterden de bedrijfsomstandigheden al. Ter vergelijking, een niveau van 50 of meer wijst op groei, daaronder op krimp.
In de grafiek geeft de roze lijn de ontwikkeling van de orders in en ook daar is sprake van een forse daling. De gele lijn volgt de werkgelegenheid in de industrie en die wordt vooralsnog beperkt geraakt.
Zwakkere vraag raakt industrie
"De industrie gaat gebukt onder trage economische groei, die wordt veroorzaakt door de snel gestegen rente en de hoge inflatie", legt ABN AMRO-sectoreconoom Albert Jan Swart uit. "Ondernemingen zijn nog steeds voorraden aan het afbouwen, omdat toeleveringsketens weer functioneren, de financieringskosten zijn gestegen en de vraag zwak is." Swart stelt dat een sterk herstel van de industrie niet te verwachten is, zolang de economische vooruitzichten niet verbeteren.
Desondanks bleven bedrijven wel positief over de vooruitzichten voor de productieomvang. Dat vertrouwen wordt volgens Nevi onderbouwd door de hoop op verbetering van de vraag. Ook de plannen voor capaciteitsuitbreiding en de ontwikkeling van nieuwe producten speelden daarbij mee.
Bovendien heeft de zwakke vraag ook een keerzijde. Als gevolg daarvan verbeterde de beschikbaarheid van materialen bij leveranciers. Daardoor nam de gemiddelde levertijd af en daalden de inkoopprijzen. De daling van de gemiddelde bedrijfskosten was het grootst sinds januari 2015, wat kwam door de lagere energieprijzen en prijzen voor grondstoffen. In de grafiek hierboven is de daling van de inkoopprijzen te zien bij de lichtblauwe lijn.