- De Nederlandse industrie toont in mei verder herstel, zo blijkt uit een nieuwe peiling onder inkoopmanagers.
- Zowel de productie van industriële bedrijven als de nieuwe orders zitten in de lift.
- Ook vanuit het buitenland trekt de vraag aan.
- Lees ook: Consument iets somberder over economie, maar dat is niet terug te zien in koopbereidheid
De bedrijfsomstandigheden in de Nederlandse industrie lieten in mei de grootste verbetering in bijna twee jaar tijd zien. Dat constateert de Nederlandse Vereniging van Inkoopmanagers (Nevi), die zowel de productie, het aantal nieuwe orders als de werkgelegenheid zag toenemen.
De inkoopmanagersindex van Nevi steeg van 51,3 in april naar 52,5 in mei. Een stand van 50 of meer wijst op groei, daaronder op krimp van de industriële bedrijvigheid. In april sloeg de index voor het eerst sinds augustus 2022 van krimp om naar groei.
Stijging nieuwe orders en productie Nederlandse industrie
Volgens de Nevi was er onder meer veel vraag vanuit de bouwsector waardoor sprake was van een forse stijging van het aantal nieuwe orders, de grootste in ruim twee jaar. Daardoor moesten industriebedrijven hun productie opschalen, waar zij meer personeel voor hebben aangenomen. Die banengroei was wel minder sterk dan in april.
"Het herstel van de Nederlandse industrie zet door", merkt Albert Jan Swart, sectoreconoom Industrie bij ABN AMRO. Volgens hem lijkt het dieptepunt achter de rug. "In veel andere landen presteert de industrie nog matig en gemiddeld onder het niveau van de Nederlandse. Vermoedelijk profiteert de Nederlandse industrie met vlaggenschip ASML bovenmatig van het herstel van de halfgeleiderindustrie."
Dit is ook terug te zien bij de groei van nieuwe exportorders vanuit het buitenland. De deelindex hiervoor kwam in mei uit op 52,2 punten, wat op een vergelijkbare groei duidde als in april.
Ook de stemming onder ondernemers was in mei positief. Zij verwachten dat de productieomvang dit jaar zal toenemen, bijvoorbeeld door nieuwe projecten. Desondanks was het optimisme volgens de Nevi minder groot dan in april, toen het hoogste niveau in ruim twee jaar werd bereikt.