Huishoudens blijven geld uitgeven en dat houdt de Nederlandse economie overeind. De totale omvang van de economie nam in het derde kwartaal van dit jaar wederom toe.
Dit blijkt uit de eerste raming van de economische groei voor het derde kwartaal van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Vergeleken met een kwartaal eerder dikte het bruto binnenlands product (bbp) met 0,4 procent aan. Dat is gelijk aan de groei in de twee voorgaande kwartalen. Hiermee kwam de economisch groei op jaarbasis uit op 1,9 procent.
Consumenten gaven alles bij elkaar 1,6 procent meer uit dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat was weliswaar een fractie minder dan in het tweede kwartaal, maar nog steeds fors.
Aangezien de consumptieve uitgaven goed zijn voor ongeveer twee derde van de economie, tikt groei op dit vlak flink aan. Vooral voor uitjes in de horeca, elektrische apparaten, woninginrichting, dranken en tabak liepen de bestedingen op. Aan auto’s werd opnieuw minder uitgegeven.
Groei Nederlandse export loopt terug
De aanhoudende stijging van de bestedingen van huishoudens vormt een welkome compensatie van de verzwakking van de Nederlandse export. Wereldwijd is de laatste tijd sprake van afzwakkende economische groei. Nederland, dat traditioneel een handelsland is, heeft hier ook last van.
De export van goederen en diensten vertoonde afgelopen kwartaal nog wel groei (een plus van 2,2 procent), maar minder dan een kwartaal eerder. Bovendien ging het vooral om uitvoer van eerder ingevoerde producten (wederuitvoer). De export van Nederlandse producten zelf kromp.
De binnenlandse investeringen in ondermeer gebouwen en machines toonden in derde kwartaal wel een positieve ontwikkeling. Die groeiden met een plus van 7,4 procent sterker dan in het tweede kwartaal.
In de bouwsector en de landbouw constateerde het statistiekbureau relatief sterke groei op jaarbasis. De industrie produceerde ruim 1 procent meer dan een jaar eerder. Dat was onder meer te danken aan de machine- en voedingsmiddelenindustrie. De delfstoffenwinning, met daarin de gaswinning in Groningen, was wederom de bedrijfstak met de grootste krimp.