- De Nederlandse economie is in het slotkwartaal van 2024 relatief hard gegroeid, met 1,8 procent op jaarbasis.
- De bedrijfsinvesteringen stegen zeer fors door een run op diesel- en benzinebusjes in verband met een fiscale wijziging per 1 januari 2025.
- Verder zakte de import van aardgas, terwijl de export toenam.
- Lees ook: Dit zijn de 20 belangrijkste maakbedrijven van Nederland: er is meer dan ASML
De aankoop van dieselbusjes, een sterke export en fors minder import van aardgas zorgen voor een relatief sterke groei van de Nederlandse economie is in het laatste kwartaal van 2024.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdag bij de publicatie van de cijfers voor de ontwikkeling van de Nederlandse economie in het laatst kwartaal van afgelopen jaar.
Het bruto binnenlands product (bbp) steeg in het vierde kwartaal 0,4 procent ten opzichte van de voorgaande drie maanden, blijkt uit een eerste berekening van het statistiekbureau. Dat is het dubbele van de groei in België. Het bbp van het Verenigd Koninkrijk steeg 0,1 procent, in Duitsland en Frankrijk kromp de economie in het slotkwartaal.
Vergeleken met een jaar eerder groeide de Nederlandse economie in het laatste kwartaal van 2024 met 1,8 procent.
Over het hele jaar 2024 is sprake van een groei van de economie met 0,9 procent. Dat is beduidend beter dan de 0,1 procent groei van 2023. Afgelopen jaar werd de groei vooral gedragen door hogere uitgaven van de overheid en consumenten.
Hogere bedrijfsinvesteringen in benzine- en dieselbusjes
Dat bedrijven meer investeerden, had mede te maken met belastingwijzigingen die met de jaarwisseling ingingen. Zo kon men vorig jaar nog een belastingvrijstelling krijgen voor bestelwagens met een dieselmotor, wat voor een forse stijging van de aankopen van dieselbusjes zorgde.
Dit is in de tabel hieronder terug te zien in de sterke groei van de investeringen in vaste activa met 3 procent in het vierde kwartaal van 2024.
Handel tussen Nederland en het buitenland droeg ook bij aan de groei, doordat ons land meer exporteerde dan importeerde. Nederland exporteerde meer machines, aardgas en stroom, maar voerde zelf minder aardgas in.
Bijna alle sectoren droegen bij aan de groei. Het hardst groeide de landbouw. Toch droeg de overheid het meeste bij aan het hogere bbp, wat onder andere kwam door alle uitgaven aan de zorg en het ambtenarenapparaat.