- De Nederlandse economie is in het slotkwartaal van 2021 relatief hard blijven groeien, ondanks de kerstlockdown.
- Op jaarbasis kwam de groei uit op 6,2 procent; vergeleken met het derde kwartaal van 2021 werd de economie in het vierde kwartaal 0,9 procent groter.
- De horeca en detailhandel hadden te lijden onder de lockdown, maar de industrie bleef goed doordraaien en de overheid gaf veel geld uit.
- Lees ook: Meer vacatures, minder werklozen: krapte arbeidsmarkt neemt verder toe
De Nederlandse economie werd in december 2021 getroffen door een nieuwe lockdown, die vooral de horeca en detailhandel in de winkelstraten hard trof. Toch lijkt de impact van de omikronmaatregelen in het laatste kwartaal van vorig jaar mee te vallen.
Volgens de eerste raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) groeide de Nederlandse economie op jaarbasis met 6,2 procent in het vierde kwartaal van 2021. Hierbij was sprake van een gunstige vergelijkingsbasis ten opzichte van het pittige coronajaar 2020.
Vergeleken met het derde kwartaal van 2021 werd de economie in het vierde kwartaal 0,9 procent groter.
Volgens CBS werd de groei van de economie in het slotkwartaal van 2021 vooral gedragen door de industrie en de uitgaven van de overheid. Ook de zakelijke dienstverlening en de zorg droegen bij aan de groei.
Door de sluiting van de horeca en niet-essentiële winkels in december gaven huishoudens wel iets minder uit dan een kwartaal eerder.
Economie groeit over heel 2021 met 4,8 procent
Een en ander betekent dat de Nederlandse economie in heel vorig jaar 4,8 procent groter is geworden. Vergeleken met het eerste coronajaar werd er beduidend meer geconsumeerd door huishoudens. Ook de uitgaven van de overheid, die veel geld stak in zaken als coronasteun en vaccinaties, en de investeringen door bedrijven lagen hoger dan in 2020.
Wanneer wordt vergeleken met 2019, het laatste jaar voor de pandemie, dan bedroeg de economische groei vorig jaar 0,8 procent. De krimp van 3,8 procent in 2020 is in een jaar dus goedgemaakt, aldus het CBS.
Dat de industrie het de laatste tijd goed doet, hangt samen met het algehele economische herstel. Daardoor is de vraag naar tal van goederen flink aangetrokken en ligt de productie van industriebedrijven op het hoogste niveau ooit. Vooral de machine-industrie, de metaal- en de chemische industrie kenden hierdoor forse groei.
Niet alle branches lukte het om vorig jaar weer volledig te herstellen. Voor de horeca, een van de zwaarst door de crisis getroffen sectoren, wogen de verbeteringen vorig jaar nog niet op tegen het verlies in 2020. Volgens het statistiekbureau lag de zogeheten toegevoegde waarde van de horeca vorig jaar nog altijd ruim 30 procent lager dan in 2019.
Ook in de vervoerssector bleven de cijfers achter bij twee jaar eerder. Reisbureaus groeiden vorig jaar weer fors, maar ook zij zijn nog heel ver verwijderd van het pre-coronaniveau. En in de bedrijfstak waartoe de cultuur en recreatie behoren, was er vorig jaar na de forse krimp in 2020 opnieuw sprake van harde klappen: er kwam nog een krimp van ruim 3 procent bovenop. Dat kwam omdat de sector eigenlijk nog het hele jaar kampte met coronarestricties.