Bij 88 Nederlandse beursgenoteerde bedrijven die worden gevolgd met de Female Board Index is het percentage vrouwen in de top dit jaar aardig gestegen. Maar verhoudingen zijn nog altijd behoorlijk scheef.
Het percentage vrouwelijke bestuurders bij de groep beursbedrijven is in 2019 gestegen van 5,7 procent naar 8,5 procent. Bij de commissarissen is het aandeel vrouwen toegenomen van 25,1 procent naar 26, 8 procent.
Vooral op bestuursniveau is de kloof dus nog groot: minder dan 1 op de 10 topbestuurders is vrouw bij Nederlandse beursbedrijven. In totaal halen slechts zes bedrijven het streefgetal van 30 procent voor het aandeel van vrouwen in de bestuurstop en de raad van commissarissen. Dat zijn DSM, Intertrust, Heineken, Hydrate, PostNL en Wolters Kluwer.
‘Vrouwenquotum werkt averechts’
In 2020 komt verzekeraar ASR bij de club van 30 procent, omdat er dan een vrouw wordt benoemd in de driekoppige raad van bestuur. Het gaat om Ingrid de Graaf-de Swart die toetreedt tot de directie van ASR.
Volgens De Swart heeft het invoeren van een vrouwenquotum een averechts effect op het aantrekken van topvrouwen, zegt ze in een interview met het AD. Ze is volgens de krant een van de zeven vrouwen die dit jaar benoemd is tot bestuurder bij een beursgenoteerd bedrijf.
Om meer vrouwen aan de top van het bedrijfsleven en andere organisaties te krijgen, lijkt een wettelijk quotum onafwendbaar. "Ik heb in Duitsland gewerkt als voorzitter van de raad van commissarissen bij Delta Lloyd. Daar hebben ze een vrouwenquotum en geloof me, het is geen fijne entree als iedereen denkt dat je er zit omdat je een vrouw bent."
Volgens De Graaf-de Swart moet het streefgetal van 30 procent niet worden losgelaten. "Als we dat doen dan geven we de boodschap af dat we het niet belangrijk vinden. Het is iets van de lange adem. Als het makkelijk was, dan waren we er natuurlijk allang geweest."