- Bijna drie kwart van de Nederlanders denkt dat artificial intelligence (AI) een positieve impact op de toekomst zal hebben.
- Dat blijkt uit een onderzoek van Ipsos in opdracht van Google.
- Opvallend aan het onderzoek is dat respondenten het toezicht op AI liever niet aan de overheid willen overlaten.
- Lees ook: CEO’s zien technologie, ofwel AI, als belangrijkste aanjager van verandering in 2024 – medewerkers komen op plek 4
Dat we in de toekomst met AI moeten leren leven, lijkt een gegeven. Maar wat voor impact de opkomende technologie precies op ons leven zal hebben, blijft nog alles behalve duidelijk.
Toch verwacht bijna driekwart van de Nederlanders dat kunstmatige intelligentie ons leven in de aankomende vijf jaar zal veranderen. Dat blijkt uit een onderzoek dat Google door onderzoekers van Ipsos heeft laten uitvoeren.
Maar om tot die conclusie te komen, werd er nog wel flink op los gegoogeld over wat AI nu precies is. Uit gegevens van Google Trends blijkt namelijk dat Nederlanders sinds 2022 ruim 300 procent meer naar termen als “wat is AI” en “welke AI programma’s zijn er” zochten dan daarvoor. Het aantal zoekopdrachten rond AI steeg zelfs met 670 procent sinds 2018.
Opmerkelijk is dat het gebruik van AI in zoekmachines daarbij amper gestegen lijkt. Het marktaandeel van Bing steeg namelijk amper sinds de integratie met ChatGPT. Google heeft nog steeds bijna 92 procent van de zoekmarkt in handen, terwijl Bing met AI-integratie ongeveer 0,4 procent groeide naar 3,4 procent marktaandeel.
Verwachting over AI over het algemeen positief
Toch zijn de verwachtingen van de impact die AI op onze samenleving kan hebben over het algemeen positief te noemen. 73 procent van de Nederlandse respondenten in het onderzoek van Google geeft aan dat de toekomst er in de aankomende vijf jaar beter uit zal zien met AI.
De technologie zal volgens de ondervraagden vooral een goede impact hebben op de manier waarop ziektes geïdentificeerd en behandeld worden, maar ook op de manier waarop we als eindgebruikers (ingewikkelde) informatie kunnen vinden en tot ons kunnen nemen.
Opvallend is wel dat bijna de helft van de Nederlanders liever niet ziet dat de overheid het toezicht op AI op zich neemt. We zouden meer vertrouwen hebben in academische instellingen (76 procent) of technologiebedrijven (68 procent). Een combinatie van overheid en technologiebedrijven heeft ook een voorkeur. 74 procent van de respondenten vond dat een goede oplossing. Deze samenwerking zou ook de voorkeur genieten bij het voorbereiden van werknemers op het omgaan met AI.
Over de impact van AI op werk zijn Nederlanders enorm verdeeld. Het grootste deel (36 procent) verwacht geen enkele verandering in zijn of haar werk, op de voet gevolgd door het gedeelte (33 procent) dat pas na vijf jaar iets verwacht. 15 procent van de ondervraagden zegt al positieve veranderingen meegemaakt te hebben door AI en de overige 26 procent verwacht dat binnen de aankomende 5 jaar.
Tot slot blijkt uit het onderzoek dat het gebruikmaken van AI lijkt te overtuigen van de mogelijke positieve impact die het kan hebben. Over de hele linie zijn mensen die AI eerder gebruikten positiever dan mensen die naar eigen zeggen nog nooit in aanraking geweest zijn met de technologie.