Hogere energieprijzen komen snoeihard aan bij de start van 2019. Uit een Europese vergelijking blijkt dat bijna nergens in Europa de stroom- en gasprijzen zo hard stegen in januari als in Nederland.
De site energiepriceindex.com houdt voor 32 Europese hoofdsteden de consumentenprijzen voor stroom en gas bij. De Household Energy Price Index laat forse verschillen zien bij de ontwikkeling van energieprijzen.
In januari noteert Amsterdam samen met de Litouwse hoofdstad Vilnius de hoogste stijging van de gemiddelde stroomprijs: plus 15 procent vergeleken met december 2018. En de stijging van de gasprijs met 12 procent in Amsterdam is de op een na hoogste in Europa. Opnieuw zit alleen Vilnius hoger. Net als in Nederland hakt de combinatie van hogere belastingen en hogere marktprijzen er in Litouwen flink in.
De gemiddelde stijging van zowel de stroomprijs als de gasprijs is echter zeer beperkt in Europa. Voor de 32 hoofdsteden gaat het volgens de Household Energy Price Index in januari 2019 om een plus van 1 procent vergeleken met de voorgaande maand.
De Nederlandse site Energievergelijk.nl heeft op basis van de Household Energy Price Index een overzicht gemaakt van gas- en stroomprijzen, waarbij de gasprijzen zijn omgerekend naar kubieke meter. Dat is de standaard waarmee in Nederland wordt gerekend.
In de onderstaande grafiek is te zien dat Amsterdam bij de gasprijzen (inclusief belastingen) op de vijfde plaats staat in Europa met een gemiddeld prijs van 0,76 euro per kuub gas.
Bij de stroomprijzen staat Amsterdam op de achtste plaats met een gemiddeld tarief van 0,23 euro per kilowattuur.
Volgens Koen Kuijper van Energievergelijk.nl zijn de prijzen in hoofdsteden redelijk representatief voor het landelijke beeld: "Er zitten wel kleine regionale verschillen bij de leveringstarieven voor aardgas. Maar voor de vergelijking geeft dit een aardige indruk."
Dat gas- en stroomprijzen in Nederland tot de hoogste in Europa behoren, heeft vooral te maken met het aandeel van belastingen in de productprijs. "De hoge energieprijzen hebben Nederlandse huishoudens vooral te danken aan de hoge belastingen", aldus Kuijper.
Onlangs becijferde het CBS bijvoorbeeld dat 53 procent van onze totale gasrekening bestaat uit energiebelasting en btw. “In geen enkel ander Europees land is dit aandeel zo groot”, zegt Kuijper.
Hoge energierekening bedreigt verbetering koopkracht
De stijging van de energieprijzen in januari heeft geleid tot forse ophef in Den Haag. Het kabinet beloofde vorig jaar op Prinsjesdag dat bijna iedereen in Nederland in 2019 meer te besteden zou krijgen. Afgelopen weekeinde bleek evenwel dat de energierekening van huishoudens gemiddeld met 334 euro per jaar stijgt, ruim drie keer zoveel als verwacht.
Minister Eric Wiebes van Economische Zaken erkent dat bij de ramingen van inflatie en koopkracht oude cijfers zijn gebruikt over bijvoorbeeld het verbruik en de prijzen van stroom en gas. De tarieven in de markt zijn sterker gestegen dan verwacht. "We hadden ons minder stellig moeten uitlaten", geeft hij toe.
Wat een en ander betekent voor de totale koopkracht, moet volgens Wiebes nog blijken. "Het leven bestaat uit meer dan alleen energie", aldus de minister. Tot nu toe ziet het er volgens hem naar uit dat de prijsontwikkeling van andere goederen en diensten in elk geval een deel van de tegenvaller op de energierekening compenseert.
Oppositiepartij GroenLinks gelooft daar niet in. "Het kabinet houdt zich niet aan belofte dat iedereen er in 2019 op vooruit gaat", concludeert Kamerlid Bart Snels. De oppositie waarschuwde eerder al dat mensen met een lager inkomen het kind van de rekening zouden worden, brengt hij in herinnering.