Wie denkt dat Nederland een suf landje is, waar alles altijd vijftig jaar
later gebeurt, moet de donderdag gepubliceerde Communications Outlook van
de OESO maar eens doorbladeren. Als het om internet en mobiele telefonie
gaat, loopt Nederland op juist voorop. De ICT-revolutie duurt nog altijd
voort en Nederland voert de stoottroepen aan. Samen met de Scandinavische
landen, want ook daar gaan de ontwikkelingen razendsnel.
Neem het aantal internetaansluitingen. Met tachtig procent van de
huishoudens aangesloten op het internet, bezet Nederland een fraaie vierde
plaats – net achter IJsland, Zweden en Denemarken. En als het gaat om
breedbandtoegang hoeven we alleen de Denen maar voor ons te dulden.
Denemarken heeft 29 snelle internetaansluitingen (ADSL, kabel en UMTS) per
honderd inwoners, in Nederland is dat 28. In totaal telde Nederland in 2006
ruim 4,7 miljoen breedbandaansluitingen. En dat kan dit jaar makkelijk
verder groeien want samen met België, Luxemburg en Korea heeft Nederland de
beste breedbanddekking ter wereld.
Via de kabel is dat breedbandinternet ook relatief snel. In slechts drie
landen gaat downloaden via de kabel nog sneller. Helaas gaat dat voor het
ADSL-netwerk niet op. Daar zit de Nederlandse snelheid in de achterhoede. In
Japan en Korea gaat downloaden bijna tien keer vlotter dan via het de
KPN-lijn. Dat moet beter kunnen.
Opvallend is dat de uitstekende toegankelijkheid van breedband,
Nederland niet kwetsbaarder lijkt te maken. Volgens de OESO zijn er bijna
nergens ter wereld zo weinig computers geïnfecteerd met kwaadaardige
software waarmee hackers de controle kunnen overnemen. Aan slechts 0,15
procent van de internetaansluitingen hangt een besmette computer. In
Groot-Brittannië ligt dat een factor tien hoger. Alleen de Japanners hebben
met 0,1 procent nog schonere pc’s.
Ook op gebied van mobiel bellen heeft Nederland de zaakjes goed voor elkaar.
Vooruitgang op de mobiele markt is niet meer te boeken met betere toegang.
Iedereen heeft intussen een mobieltje en de dekking van het gsm-netwerk is
uitstekend. De mobiele markt moet nu een tweede slag maken: lagere prijzen.
En dat lukt nergens zo goed als in Nederland. Concurrentie tussen de
aanbieders heeft de inkomsten per abonnee flink doen dalen, schrijft de
OESO. Hoorde Nederland in 2003 nog bij de landen waar telecombedrijven
relatief veel aan een abonnee verdienden, een paar jaar later zit Nederland
onderin de ranglijst. In geen enkel land gingen de opbrengsten per abonnee
zo snel achteruit. Niet leuk voor KPN en Vodafone, maar natuurlijk wel voor
de mobiele beller. Gevolg is dat Nederland nu bij de goedkope landen hoort.
Alleen in Scandinavië bel je nog goedkoper. Logisch ook dat nergens ter
wereld het aantal mensen met een vaste lijn zo snel afneemt als hier.
Maar er is wel een gevaar aan de lagere opbrengsten per klant. Als
telecombedrijven de winsten zien teruglopen, hebben ze minder zin om fors te
investeren in het netwerk. Terwijl Britse telecombedrijven gemiddeld een
kwart van de winst investeerden, was dat in Nederland slechts tien procent.
Dat is jammer, want zo zouden we de fraaie voorsprong wel eens kunnen
verspelen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl