Minister Cora van Nieuwenhuizen van Verkeer heeft haar EU-collega’s opgeroepen een gezamenlijke Europese vliegtaks in te voeren. Ze kreeg daarvoor veel steun, bleek bij een vergadering van de Europese verkeersministers in Luxemburg. De vliegbelasting stond donderdag voor het eerst op hun agenda.
Volgens Van Nieuwenhuizen is een EU-vliegbelasting nodig om te voorkomen dat er een wirwar aan verschillende heffingen in de EU ontstaat nu steeds meer landen een eigen belasting invoeren. Dat leidt volgens de minister tot een “ongelijk speelveld” en is minder effectief voor het milieu. De Luxemburgse minister François Bausch vindt het ,,essentieel dat wij als verkeersministers onze stem laten horen.”
Het kabinet wil in 2021 een vliegbelasting invoeren maar is voorstander van een Europees systeem, zoals afgesproken in het regeerakkoord. Staatssecretaris Menno Snel (Financiën) heeft het onderwerp al eerder aangekaart bij de EU-ministers van Financiën.
De Belgische verkeersminister François Bellot vindt dat de EU een voortrekkersrol in de wereld moet spelen. “De vervuiler betaalt, zou de basis moeten zijn”, zei hij.
In de EU hebben zes landen nu een vliegtaks: Frankrijk, Duitsland, Italië, Zweden, Oostenrijk en Groot-Brittannië. Het gaat om heffingen op de tickets. Bellot zei dat België voorstander is van een belasting op kerosine. Die vliegbrandstof is in de Europese luchtvaart uitgezonderd van accijnzen. Volgens recent onderzoek zou zo’n belasting leiden tot 11 procent minder CO2-uitstoot.
Op 20 en 21 juni organiseert Nederland een internationale CO2-conferentie waar de vliegtaks ook aan de orde komt. Van Nieuwenhuizen nodigde al haar collega's uit.