- Het kabinet trekt 2 miljard euro uit voor steun aan Oekraïne in 2024.
- Het overgrote deel is voor militaire doeleinden, terwijl 100 miljoen is gereserveerd voor humanitaire hulp, herstel en wederopbouw.
- Voor dit jaar was al 2,5 miljard aan steun gereserveerd, daar kwam later nog eens 1,7 miljard aan militaire hulp bij.
- Lees ook: Russische soldaat die arm verloor werd prothese beloofd, maar hij kreeg naar eigen zeggen een ‘metalen stok met een uiteinde van kunststof’
Het demissionaire kabinet stelt voor volgend jaar in totaal ruim 2 miljard euro beschikbaar voor hulp aan Oekraïne. Het overgrote deel is bestemd voor militaire steun in de oorlog tegen Rusland.
Voor dit jaar was 2,5 miljard euro gereserveerd voor steun aan Oekraïne, dat in februari 2022 werd binnengevallen door Rusland. Daar kwam nog eens 1,7 miljard euro aan extra militaire steun bij. Op de NAVO-top afgelopen zomer in de Litouwse hoofdstad Vilnius sprak Nederland af dat het Oekraïne ook op de lange termijn zou blijven steunen.
Met deze extra miljarden doet het kabinet die belofte gestand. “Dit gaat ook over onze veiligheid”, benadrukt demissionair defensieminister Kajsa Ollongren. “Als Oekraïne deze oorlog niet wint, hebben we een nog veel groter probleem dat ons nog veel meer gaat kosten. Daarom vind ik dit een verstandige uitgave om te doen”, aldus de bewindsvrouw.
“De oorlog in Oekraïne is nog volop gaande en we moeten er rekening mee houden dat die nog lang gaat duren”, zegt Ollongren. Het is zaak dat de Oekraïners weten waar zij aan toe zijn zodat ze vooruit kunnen plannen. “Ze kunnen dit niet zonder de zekerheid van steun van partnerlanden als Nederland.”
Oekraïne heeft met name behoefte aan munitie en hulp om al eerder geleverde wapensystemen in stand te houden. Nederland wil bijvoorbeeld bijdragen aan versterking van de luchtverdediging, zodat het land zich kan blijven verdedigen tegen aanvallen op kritieke infrastructuur.
Het kabinet zet daarnaast ruim 100 miljoen euro opzij voor humanitaire hulp, herstel en wederopbouw in de eerste vier maanden van 2024. De rest van het geld gaat naar de aanpak van oorlogsmisdaden en cyberveiligheid.