- Het militaire bondgenootschap NAVO bestaat deze donderdag precies 75 jaar.
- Met de oorlog in Oekraïne is bescherming tegen een Russische dreiging, net als ten tijde van de oprichting, weer uiterst relevant geworden.
- Business Insider Nederland benoemt 9 dingen die je over de NAVO moet weten.
- Lees ook: De NAVO kan een diepe angst van Rusland uitbuiten om Poetin ervan te weerhouden meer Europese landen binnen te vallen
Vijf jaar geleden verklaarde de Franse president Emmanuel Macron de NAVO nog “hersendood“, maar inmiddels is het militaire bondgenootschap net als tijdens de Koude Oorlog weer uiterst relevant als bescherming tegen Rusland. De Noord-Atlantische Verdragsorganisatie bestaat deze donderdag precies 75 jaar.
De NAVO werd in 1949 in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog opgericht om West-Europa te beschermen tegen het oprukkende communisme. Ook Nederland behoorde tot de twaalf oprichters van de NAVO. Na de recente toetreding van Zweden en Finland telt het bondgenootschap momenteel 32 lidstaten.
Business Insider Nederland behandelt 9 dingen die je over de NAVO moet weten:
1) Nederland behoorde tot het selecte clubje initiatiefnemers
West-Europese landen maakten zich in de jaren direct na de Tweede Wereldoorlog grote zorgen over het oprukkende communisme.
Als reactie op de communistische machtsovername in Tsjecho-Slowakije in februari 1948, de Praagse Coup, sloten het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nederland, België en Luxemburg het Pact van Brussel, waarin ze beloofden meer te gaan samenwerken op militair en economisch gebied. Ook spraken ze af de toenadering te zoeken tot de Verenigde Staten.
Daaruit vloeide op 4 april 1949 de oprichting van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) voort. Naast het VK, Frankrijk, de Benelux-landen en de VS deden ook Italië, Noorwegen, Denemarken, IJsland, Portugal en Canada mee aan het verdrag.
2) Het verdrag telt 14 artikelen, maar artikel 5 is het belangrijkst
Het Noord-Atlantische verdrag telt in totaal 14 artikelen. Er is onder meer vastgelegd dat de lidstaten in eerste instantie vreedzame middelen willen gebruiken, conflicten uit de weg proberen te ruimen en economische samenwerking zullen zoeken.
Ook zijn procedures afgesproken voor het uitnodigen van nieuwe leden en het opzeggen van het lidmaatschap. Maar het belangrijkste onderdeel van het verdrag is artikel 5, waarin is vastgelegd afgesproken dat een aanval op één lidstaat wordt gezien als een aanval op alle lidstaten. Dat is als volgt geformuleerd:
"De partijen komen overeen dat een gewapende aanval tegen een of meer van hen in Europa of Noord-Amerika als een aanval tegen hen allen zal worden beschouwd; zij komen bijgevolg overeen dat, indien zulk een gewapende aanval plaatsvindt, ieder van hen de aldus aangevallen partij of partijen zal bijstaan, in de uitoefening van het recht tot individuele of collectieve zelfverdediging erkend in Artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties, door terstond, individueel en in samenwerking met de andere partijen, op te treden op de wijze die zij nodig oordeelt met inbegrip van het gebruik van gewapend geweld om de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied te herstellen en te handhaven."
3) De Sovjet-Unie richtte na de omstreden toetreding van West-Duitsland in 1955 het Warschaupact op
Ondanks de aarzeling van veel West-Europese landen, omdat ze een opnieuw militair sterk Duitsland zo kort na de Tweede Wereldoorlog eigenlijk niet zagen zitten, trad West-Duitsland in 1955 toe tot de NAVO. Voorwaarde was dat wel dat het nieuwe op te richten leger, de Bundeswehr, onder toezicht kwam te staan van het bondgenootschap. De militaire capaciteit van Duitsland betekende een forse versterking voor de NAVO.
De Sovjet-Unie ervaarde dat als een bedreiging en richtte enkele dagen later het Warschaupact op, waardoor Europa in twee duidelijke militaire blokken uiteenviel.
Net als de NAVO beloofde de lidstaten van het Warschaupact elkaar te hulp te schieten als één van hen zou worden aangevallen. Het verdrag werd op 14 mei 1955 ondertekend door de Sovjet-Unie, Albanië, Bulgarije, Roemenië, de DDR, Hongarije, Polen en Tsjecho-Slowakije.
4) Nederland leverde tot nu toe drie maal de secretaris-generaal
Demissionair premier Mark Rutte is de grote favoriet om de Noor Jens Stoltenberg op te volgen als secretaris-generaal van de NAVO. Nog 4 van de 32 lidstaten liggen dwars, waardoor de post hm nauwelijks nog kan ontlopen.
Rutte zou dan de vierde Nederlandse baas van de NAVO worden, want eerder waren Dirk Stikker, Joseph Luns en Jaap de Hoop Scheffer al secretaris-generaal.
Dirk Stikker was één van de oprichters van de VVD en als minister van Buitenlandse Zaken ook betrokken bij de totstandkoming van de NAVO. Hij leidde het bondgenootschap van 1961 tot 1964. Hij speelde toen een bemiddelende rol in het conflict tussen de lidstaten Griekenland en Turkije over de status van Cyprus.
KVP-politicus Joseph Luns leidde de NAVO van 1971 tot 1984 en is daarmee de langstzittende secretaris-generaal. Hij zette zich in voor ontwapeningspolitiek, maar was ook de architect van het zogeheten NAVO-dubbelbesluit om 572 Amerikaanse middellangeafstandsraketten in Europa te plaatsen.
CDA'er Jaap de Hoop de Scheffer is de derde Nederlanders die de functie van secretaris-generaal van de NAVO heeft bekleed. Tijdens zijn leiderschap van 2004 tot 2009 traden negen Oost-Europese landen toe tot het bondgenootschap en hield hij zich onder meer bezig met het leveren van NAVO-troepen aan de vredesmissie in Afghanistan.
5) Charles de Gaulle trok Frankrijk in 1966 terug uit de NAVO
Toenmalig president Charles de Gaulle trok Frankrijk in 1996 terug uit het militaire commando van de NAVO, omdat hij vond dat de Verenigde Staten een te grote rol speelde binnen het bondgenootschap.
Het hoofdkwartier van de NAVO verhuisde daarop van Parijs naar Brussel. Wel bleef Frankrijk deel uit maken van de politieke tak van het bondgenootschap.
Pas ruim veertig jaar later, in 2009, keerde Frankrijk weer volledig terug in de NAVO. "De tijd is gekomen om onszelf niet langer uit te sluiten", zei president Nicolas Sarkozy daarbij. "De afwezigen hebben het altijd verkeerd".
6) Er is één lid zonder eigen leger: IJsland
IJsland was één van de twaalf oprichters van de NAVO, maar heeft geen eigen leger. Dat werd in 1868 opgeheven omdat het te duur was.
IJsland heeft wel een kustwacht, een nationale politiemacht en een luchtdefensiesysteem en levert regelmatig civiele vredeshandhavers voor NAVO-operaties. Ook levert het een financiële bijdrage. Denemarken, Noorwegen, Finland en Zweden staan garant voor de verdediging van het eiland.
7) Na het einde van de Koude Oorlog traden veel Oost-Europese landen toe
Na afloop van de Koude Oorlog traden vanaf de jaren '90 vele voormalige communistische landen en leden van het Warschaupact toe tot de NAVO. Eerst Oost-Duitsland in 1990 vanwege de Duitse eenwording en later in 1999 Polen, Hongarije en Tsjechië, in 2004 Estland, Letland, Litouwen, Bulgarije, Roemenië, Slovenië en Slowakije en tot slot in 2009 Albanië en Kroatië.
Rusland heeft zich altijd fel verzet tegen de toetreding van voormalige bondgenoten tot de NAVO. President Vladimir Poetin gebruikte de oostwaartse uitbreiding van de NAVO als voorwendsel voor de invasie van Oekraïne. In de loop van de oorlog is Oekraïne kandidaat-lid geworden van de NAVO.
8) Artikel 5 werd voor de eerste en enige keer in werking gesteld na 9/11
De eerste en enige keer dat artikel 5 in werking trad was na de aanslagen in New York op 11 september 2001. Die werden volgens de Verenigde Staten in Afghanistan beraamd en gepleegd door de terreurbeweging Al-Qaida van Osama bin Laden.
President George W. Bush sprak ruim een week na de aanslagen de beroemde woorden "Wie niet voor ons is, is tegen ons" uit. Als gevolg daarvan werden uit verschillende NAVO-landen troepen uitgezonden om de Amerikanen bij te staan tijdens ‘the war on terrorism’ die ze voerden in Afghanistan.
9) Zweden trad vanwege de oorlog in Oekraïne toe als nieuwste lidstaat
Na de inval van Rusland in Oekraïne vroegen het al tijdenlang neutrale Finland en Zweden in het voorjaar van 2022 het lidmaatschap van de NAVO aan.
Toenmalig Zweeds premier Magdalena Andersson sprak van een "historische verandering" van het veiligheidsbeleid na meer dan twee eeuwen van militaire ongebondenheid. "We verlaten een tijdperk en gaan een nieuw binnen".
Finland trad vorig jaar al toe, maar Zweden moest nog even wachten, omdat Turkije en Hongarije dwars lagen. Daarmee is Zweden het 32ste lid van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie.