De totale marktkapitalisatie van alle cryptovaluta, waaronder de bitcoin, bedroeg maandag iets meer dan 500 miljard tegen iets meer dan 800 miljard dollar begin deze maand. Een daling van ruim 36 procent in minder dan een vier weken. Dat noemen we ook wel een marktcrash.
Iedereen lijkt zich dezelfde vraag te stellen over de bitcoin (en consorten): waarom is dit ongelooflijk populaire nieuwe betaalmiddel, dat aanvoelt als het betaalmiddel van de toekomst, zo snel in waarde gedaald?
Er zijn verschillende goede redenen om de bitcoin te verkopen. En dat is dan ook meteen een deel van het probleem – op sommige dagen lijken er meer redenen te zijn om te verkopen dan te kopen.
De sterkste tegenwind lijkt echter vanuit overheden te komen. Landen als Rusland, Zuid-Korea, China, Algerije, Bolivia, Ecuador, Nepal en Kirgizië hebben ofwel de bitcoin verboden, of ze lijken aanstalten te maken om striktere regulering van cryptomunten door te voeren.
Kortom: allemaal ontwikkelingen die cryptomunten minder aantrekkelijk moeten maken. In Zuid-Korea is zelfs gesproken over een volledig handelsverbod – al lijken de meningen binnen de regering enigszins verdeeld – terwijl 10 procent van de totale bitcoinmarkt in Zuid-Koreaanse won wordt verhandeld, aldus Coin Hills.
Afgelopen week zei de Europese toezichthouder te overwegen hefboomproducten voor crypto's te willen verbieden.
Anonimiteit cryptomunten
Eén van de belangrijkste claims van veel cryptomunten is dat ze gedijen buiten overheidsregulering, omdat anonimiteit en veiligheid zijn gegarandeerd.
In theorie kun je met cryptomunten van onvoorstelbare rijkdom genieten, zonder dat de overheid daar weet van heeft. Daarom zijn cryptomunten zo geliefd onder criminelen.
Maar dat is theorie, hè? Want het zou betekenen dat overheden lijdzaam toezien hoe mensen uit het door hen gereguleerde monetaire systeem stappen en voortaan geen belasting meer betalen - niet over hun inkomen, niet over hun vermogen.
Lijdzaam toezien hoe dat gebeurt, is iets wat overheden niet gaan doen. Er is immers één ding waar de overheid heel goed in is: zorgen dat ze nooit meer verdwijnt.
Geld is te belangrijk om aan de markt over te laten
Natuurlijk wil de overheid jouw bitcoin-inkomsten belasten. En natuurlijk laat de overheid je niet in bitcoin belasting betalen: de overheid wil echt geld zien, klinkende munt!
Uiteindelijk gaat het er niet eens zozeer om dat de overheid wil weten wat je verdient, om daar vervolgens belasting over te heffen. Het gaat om de basis van onze samenleving.
Geld staat aan de basis van alles. Letterlijk, alles.
Overheden kunnen alleen maar zaken doen, omdat zij bepalen hoeveel geld er door de economie stroomt. Dat doen ze door geld bij te drukken of door de hoeveelheid juist te laten krimpen.
Het vermogen van overheden om renteniveaus te bepalen (via centrale banken) bepaalt de kosten van wat dan ook: van de reparatie van een gat in de weg, tot de kosten van een oorlog in het Midden-Oosten.
Krijgen mensen een voorkeur voor cryptomunten als contant geld, dan kunnen overheden wel inpakken. Het idee dat overheden hun macht overdragen aan software? Dream on.
De bitcoin gaat dit gevecht verliezen. Overheden bewegen weliswaar veel langzamer dan technologiebedrijven, uiteindelijk zullen ze cryptobedrijven dwingen macht uit handen te geven.
Eenmaal op dat punt aangekomen, worden cryptomunten niet meer gezien als geld, maar krijgen ze een waarde in klassiek geld.
Voor de meeste mensen zal geld dat overheden uitgeven meer praktisch nut hebben - en een hogere waarde.