Britten die voor de Brexit op 29 maart rechtmatig in Nederland verblijven, hoeven niet meteen weg als Groot-Brittannië zonder deal de Europese Unie verlaat. Zij mogen in dat geval nog vijftien maanden in Nederland blijven wonen, werken en studeren.
Dat schrijven minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) en staatssecretaris Mark Harbers (Justitie en Veiligheid) aan de Tweede Kamer. De overgangsregeling geldt ook voor familieleden van Britse burgers die zelf geen EU-nationaliteit hebben.
Als het zover komt worden de circa 45.000 Britten om wie het gaat tijdens die overgangsperiode uitgenodigd om een aanvraag voor een definitieve verblijfsvergunning in te dienen. Dat is nodig omdat zij niet langer automatisch als EU-burgers recht hebben op verblijf in Nederland.
Uit onderzoek in opdracht van het ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt dat de overgrote meerderheid van de Britten in Nederland zich grote zorgen maakt over de gevolgen van een Brexit zonder deal. Blok vindt dat ,,begrijpelijk” en wil deze mensen daarom duidelijkheid bieden.
Zowel Blok als Harbers benadrukt dat het voor iedereen het beste is als Groot-Brittannië en de EU voor 29 maart goede afspraken maken over verblijfsrecht. Maar omdat hierover nog geen duidelijkheid is, bereidt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zich goed voor op een scenario waarin zo’n deal er niet komt.
Brussel en Londen bereikten eind vorig jaar wel een voorlopig akkoord over de voorwaarden voor de Brexit. De deal stuitte evenwel op veel verzet in het Britse parlement. Daarop besloot premier Theresa May een cruciale stemming in het Lagerhuis over de feestdagen heen te tillen.