Om naar Tunesië te bellen koop ik een internationale belkaart van Lycatel.
Mijn ‘Africa card’ moet goed zijn voor 31 belminuten naar Tunesië. Na zes
minuten wordt het gesprek met mijn oma echter abrupt verbroken: de kaart is
leeg. Waar zijn de overige 25 minuten gebleven?

Een telefoontje naar Lycatel geeft weinig verheldering over de opbouw van de
belkosten. Lycatel zou geen zicht hebben op de verbindingskosten van een
telefoongesprek, zo meldt een woordvoerder. Ook is het 0800-inbelnummer "niet
zo gratis als op de kaart geschreven staat".

Internationale belkaarten
Hoe werken de kaarten eigenlijk? Ze zijn vrij makkelijk te gebruiken. Het
tegoed op de kaart kan worden gebruikt na het draaien van een inbelnummer en
de unieke kaartcode.

De tarieven verschillen per land en staan veelal vermeld op de website van de
aanbieder. De kaarten zijn verkrijgbaar bij verschillende verkooppunten. Zo
is de – overigens onomstreden – Budget Phone Card, onder meer verkrijgbaar
bij Albert Heijn en Kruidvat en zijn er speciale belwinkels die de kaarten
verkopen.

Handel in belminuten
Voordat de kaarten in de winkel komen, moeten de aanbieders beschikken over
belminuten. Een oud-handelaar in belminuten vertelt dat aanbieders van
kaarten hun minuten inkopen bij grote telecombedrijven met een eigen
netwerk, de carriers.

Deze carriers handelen eerst met elkaar om zo internationaal belverkeer
mogelijk te maken. De minuten die overblijven, verkopen ze onder meer door
aan de producenten van belkaarten. Deze handel vindt plaats op virtuele
marktplaatsen als Arbinet, COLT telecom en KPN-ibasis.

Prijzen op deze marktplaatsen verschillen per dag, afhankelijk van de vraag en
het aanbod naar belminuten.

Inkoopmogelijkheden
Behalve op marktplaatsen, kunnen aanbieders van belkaarten voor hun minuten
rechtstreeks terecht bij de carriers. Zo kan voor een vaste prijs een
(tijdelijke) lijn gehuurd worden bij een telecombedrijf, meldt Marcel
Timmerhuis, managing director van Lebara, een mobiele aanbieder van
internationale telefonie.

Concurrent Ortel verklaart te kiezen voor langlopende contracten voor zijn
'Call and save'-belkaart en heeft hierdoor naar eigen zeggen niet te maken
met dagelijks fluctuerende inkoopprijzen.

Voor grote spelers in de markt voor internationaal telefoonverkeer, zoals
Lebara en Ortel, geldt dat ze groot inkopen van de carriers. Timmerhuis legt
uit dat dit tot lagere tarieven voor eindgebruikers leidt, omdat de
inkoopprijs daalt bij aankoop van een groot aantal belminuten.

Grijs gebied
Kleinere spelers in de markt voor internationale telefonie kunnen niet zo
groot inkopen en moeten dus op andere manier concurreren op prijs.

Een voorbeeld waarmee dit gebeurt, is het 'knijpen van de lijnen'. De lijnen
worden verdund, zodat het aantal belminuten over de lijn toeneemt. Dit gaat
echter wel ten koste van de kwaliteit van de verbindingen.

Ook worden er meer minuten verkocht op de kaarten dan de aanbieder zelf heeft,
aldus de oud-handelaar in belminuten. Dit is gebruikelijk, omdat
eindgebruikers een deel van de verkochte minuten nooit zullen 'verbellen'.
Mensen met nog ongebruikte kaarten kunnen overlijden, anderen raken hun
kaart kwijt of vergeten ze, zodat aanbieders een bepaald deel van hun
minuten dubbel kunnen verkopen.

Wanneer die dubbele verkoop echter wordt overdreven, gaat dit ten koste van de
beltijd op de belkaarten, omdat de aanbieder van de kaart over te weinig
capaciteit beschikt.

Illegale methoden
Niet alleen wenden sommige aanbieders van internationale belkaarten zich tot
activiteiten binnen een grijs gebied, soms is er duidelijk sprake van
oplichterij. Timmerhuis van Lebara noemt als voorbeeld dat een belminuut bij
bepaalde concurrenten wordt gedefinieerd als 40 seconden, zodat de kosten om
te bellen duurder uitvallen dan de consument denkt.

Een meer geavanceerde truc wordt gebruikt om kosten te omzeilen die aanbieders
van belkaarten moeten betalen aan buitenlandse netwerken. Er worden dan
goedkope abonnementen die bedoeld zijn voor direct gebruik door bedrijven en
consumenten afgesloten bij de buitenlandse providers. Vervolgens gebruiken
de kaartaanbieders deze bundels belminuten om de internationale belkaarten
mee 'te vullen'.

Weinig regulatie
Doordat de markt voor internationale belkaarten weinig gereguleerd is, is het
voor aanbieders van internationale belkaarten mogelijk op illegale en
oneerlijke wijze te opereren. Of er meer controle komt op de aanbieders,
valt te betwijfelen. Bij telecomwaakhond Opta, de Consumentenbond en de
Consumentenautoriteit komen geen klachten binnen over de internationale
belkaarten, blijkt uit navraag door Z24. Het kan zijn dat mensen hiervoor
simpelweg de moeite niet voor nemen.

Wat betekent dit voor de 25 minuten op mijn belkaart? Die heb ik of nooit
gehad of ze zijn onderschept door boze buitenlandse providers die het
misbruik door de aanbieders van belkaarten ontdekten. Zeker is in ieder
geval dat ik een meer betrouwbare manier ga zoeken voor mijn internationale
telefoontjes.

Lees ook:

Belbedrijven vechten om de allochtone beller

'Skype meest gebruikt voor internationaal bellen'

Goedkopere vakantie-sms met dank aan Brussel

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl