Verschillende ministers en staatssecretarissen vinden hun baan te druk. Vooral op de ministeries van Volksgezondheid, Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie is er veel te veel werk.
Dat zeggen de bewindslieden in NRC. Ook VVD-fractievoorzitter Halbe Zijlstra hoopt dat er in een volgend kabinet meer ministers of staatssecretarissen komen.
Premier Mark Rutte is juist een voorstander van een klein kabinet. Hij koos er dan ook voor om in zijn twee kabinetten de club erg klein te houden: het telden de minste ministers en staatssecretarissen in decennia. Maar de ministers stellen dat ze nu een veel te drukke baan hebben.
Onder meer Edith Schippers, VVD-minister van Volksgezondheid, vindt de werkdruk te hoog. “Je kunt wel vóór minder bewindslieden zijn, maar heb je dan ooit bekeken hoe ongelooflijk druk de staatssecretaris en ik het hebben?”
Niet aan jetleg denken
Eén van de problemen is dat de ministers zich te weinig kunnen laten zien in het buitenland. Onder meer Schippers zou daar graag prominenter aanwezig willen zijn. “Dat gaat nu niet.”
Minister Koenders van Buitenlandse Zaken moet juist wél vaak naar het buitenland. Samen met collega Lilianne Ploumen, van Ontwikkelingssamenwerking en Buitenlandse Handel, doet hij nu het werk waar vroeger vier bewindslieden voor waren. De truc is voornamelijk niet denken dat je een jetlag hebt. "Zodra je denkt, nu zou ik een jetlag moeten hebben, ben je er geweest", aldus Koenders.
Ook andere ministers hebben allerlei trucs om hun drukke baan goed uit te kunnen voeren. Stef Blok van Wonen gaat juist niet naar het buitenland als dat niet per se hoeft. "Als ik wil weten hoe de woningmarkt in een ander land werkt, pak ik het laatste OESO-rapport erbij." Schippers probeert dossiers te bundelen in een maandelijkse brief aan de Tweede Kamer, maar is daar inmiddels ook weer mee gestopt. "Vonden ze onhandig. Dus ging de frequentie van de brieven weer omhoog."
16 uur werken, 8 uur slapen
Klaas Dijkhof, staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, droeg een deel van zijn takenpakket over aan minister Ard van der Steur. Hij was destijds druk met het regelen van onderdak voor vluchtelingen. "Ik dacht, ik kan nu stoer blijven doen en wachten tot het misgaat – of eerlijk zeggen dat dit niet gezond meer is."
Van der Steur kreeg het daardoor extra druk, maar was niet de enige, zo ontdekte hij. In zijn studententijd deelde Van der Steur zijn dag in drie delen: acht uur werk, acht uur lol en acht uur slaap. Nu is dat veranderd in twee keer acht uur werk, en acht uur slaap, zo zegt hij in de krant. Bij zijn collega's gaat dat niet anders: "Stuur ik om half één ’s nachts een sms’je dat ik morgen even ergens over wil bellen, krijg ik terug: het kan ook nu!"
De ministeries van Veiligheid en Justitie, Volksgezondheid en Buitenlandse Zaken willen allemaal graag een extra bewindspersoon. Maar volgens minister Stef Blok van Wonen is dat niet nodig. "Hoeveel ministers en staatssecretarissen je ook neerzet, ze hebben het altijd druk. Het is een self fulfilling prophecy."
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl