Opnieuw lag minister Ard van der Steur van Justitie onder vuur in de Tweede Kamer, dit keer om zijn optreden als Kamerlid bij de Teeven-deal. Met gevaarlijke moties werd dinsdag niet gezwaaid tijdens het debat, maar het vertrouwen in Van der Steur liep weer een kras op. De zoveelste.
De Teeven-deal is de afspraak die voormalig staatssecretaris Fred Teeven als officier van justitie maakte met drugscrimineel Cees H. Die affaire kostte staatssecretaris Teeven en justitieminister Ivo Opstelten vorig jaar de kop. In de politieke nasleep ging van alles mis.
De onderzoekscommissie Oosting vond recent geen bewijzen van een doofpotaffaire rond de deal op het ministerie van Veiligheid en Justitie, maar dat kwam ook doordat een belangrijke topambtenaar zich niets meer kon herinneren.
Conceptbrief
Maandag bleek uit één vrijgegeven conceptbrief dat Van der Steur in 2014 behoorlijke invloed had op een Kamerbrief van het kabinet over de omstreden deal. “Daar komt hoe dan ook gedonder van” en “Waarom dit niet verwijderen?”, tekende Van der Steur onder meer aan.
Van der Steur was destijds nog Kamerlid, en in die functie hoort hij ministers juist te controleren en niet uit de wind te houden, oordeelde de oppositie. Meeschrijven aan een brief van een kabinet is een stap te ver.
Volgens D66-voorman Alexander Pechtold krijgen mensen daardoor het beeld dat Kamerleden de minister niet onafhankelijk controleren. ChristenUnie-fractieleider Gert-Jan Segers vindt dat de handelswijze het vertrouwen in de overheid schaadt.
Woensdag bleek daarnaast dat Van der Steur tijdens het helpen met de brief al een vertrouwelijk onderzoeksrapport naar de zaak had gelezen dat toen nog naar de Kamer moest. De minister trok in het Kamerdebat andermaal het boetekleed aan. Het meeschrijven ging te ver. Hij zou nu zelf als minister een Kamerlid nooit in die positie brengen.
Rutte onder vuur
Ook de rol van premier Mark Rutte wordt nu aan de kaak gesteld. Rutte lijkt volgens de SP niet te hebben bijgedragen aan het vinden van de waarheid. Ook andere oppositiepartijen willen meer over de rol van de minister-president weten.
Rutte moest woensdag uitleggen dat er vanuit zijn ministerie, Algemene Zaken, op was aangedrongen Teeven niet in een staatsrechtelijk onmogelijke positie te brengen. "Het leek me verstandig." Het kon voor staatssecretaris Teeven immers lastig worden om in die functie in te gaan op de deal die hij als officier van justitie met een drugscrimineel had gesloten.
Verder waren er vragen over Ruttes vermeende bemoeienis met de benoeming van een onderzoeker in een eerder stadium van de affaire. Algemene Zaken was daar volgens Rutte "niet besluitvormend'' bij betrokken, maar "in de zin van geïnformeerd worden".
Rampminister?
Voor Van der Steur is het de zoveelste keer dat hij kritisch wordt bevraagd door de Kamer. Nog niet zo lang geleden lang de minister hevig onder vuur in de kwestie-Maat. Patholoog-anatoom Maat, die onderzoek deed naar slachtoffers van rampvlucht MH17 boven Oekraïne, hield daarover een lezing met foto’s. Hoewel later bleek dat hem niets te verwijten viel, noemde Van der Steur dit direct “buitengewoon ongepast en onsmakelijk”. Van der Steur moest dat terugnemen, maar talmde daar maanden mee.
Eerder was er de chaotische informatie over een foto van Volkert van der G., de vrijgekomen moordenaar van Pim Fortuyn, in de pers. Eerst wist het ministerie van niets, toen zou het de dag voor het verschijnen van de foto zijn ingelicht, maar uiteindelijk bleek dat de foto was geregisseerd op initiatief van het Openbaar Ministerie, een actie om te voorkomen dat fotografen massaal op jacht zouden gaan.
En tussen alle toestanden door speelt dat de Nationale Politie maar niet echt van de grond komt, een erfenis van Opstelten. Tevens moest er een bemiddelaar aan te pas komen om een langdurig cao-conflict op te lossen. En ook Van der Steurs begroting voor 2016 werd afgekraakt.
Kinderdroom
Het zal hem pijn doen. Van der Steur droomde als kind al van het ministerschap (verklapte zijn zus aan een weekblad) en in maart vorig jaar was het daar. Ivo Opstelten was niet langer te handhaven in het kabinet-Rutte II en Van der Steur volgde hem maar al te graag en parmantig op.
Hij leek een verademing, die eerste periode. Begrepen Kamerleden en journalisten vaak weinig meer van de verhandelingen van Opstelten dan dat ze vooral heel erg lang waren, Van der Steur sloeg louter heldere taal uit. Maar hij was al snel te duidelijk. “Onsmakelijk en ongepast”, zei hij voortijdig en onterecht tegen persbureau ANP over de lezing van George Maat.
Typische VVD’er
Gerard Adriaan van der Steur, vrolijk en attent, werd op 7 oktober 1969 geboren in Haarlem en het is aan hem te zien dat dat in een familie van maatkleermakers gebeurde.
Hij ontpopte zich al vroeg als een typische VVD’er. Naar eigen zeggen staat hij “voor een klassiek-liberale manier van leven” en is hij “wars van elke betuttelende ideologie”. Hij begon zijn politieke leven in de gemeenteraad van Warmond en later Teylingen.
Als lid van de Tweede Kamer kon Van der Steur gemakkelijk van zich afbijten en uit zijn mond klonk dat altijd beheerst, beschaafd en vaak ook geestig. Ook inhoudelijk liet hij zich niet van de wijs brengen. Hij wist dan ook waar hij het over had.
Na zijn rechtenstudie in Leiden was hij advocaat, docent op de universiteit, werd hij ondernemer en zette hij een netwerk van advocaten op. Maar een minister van Veiligheid en Justitie moet, zeker in barre tijden, echt wel van heel goeden huize komen.
Bron: Z24/ANP
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl