Siemens heeft in het vierde kwartaal van zijn gebroken boekjaar een omzet behaald van 21 miljard euro, 1 procent minder dan een jaar eerder.

De nettowinst nam met 10 procent af tot 1,1 miljard euro. Dat maakte het Duitse technologieconcern donderdag bekend.

De omzetdaling was deels terug te voeren op ongunstige wisselkoerseffecten. Wanneer die en wijzigingen in de bedrijfssamenstelling buiten beschouwing worden gelaten, was sprake van een groei van 3 procent.

De valuta-effecten komen deels door de dure euro, die nadelig is voor Europese exporteurs. Hun producten worden duurder voor afnemers buiten de eurozone.

Tal van multinationals, waaronder Siemens, hebben echter ook fabrieken in Azië staan, wat een heel ander kostenplaatje oplevert.

Voor multinationals die geld in dollarlanden verdienen en dit voor de boekhouding vervolgens in euro’s rapporteren treedt er wel een negatief valuta-effect op door de dure euro. Omzet en winst kunnen hierdoor op papier negatief worden beïnvloedt, maar dit heeft op zich niet te maken met de exportpositie.

In de afgelopen weken wezen grootmachten als PhilipsUnileverHeineken en AkzoNobel bij hun kwartaalcijfers eveneens op de nadelige gevolgen van wisselkoersen. Unilever zag zijn in euro’s gerapporteerde omzet krimpen door de sterke euro. Unilever omschreef de gelijktijdige sterke daling van diverse valuta ten opzichte van de euro donderdag als een "schok voor de wereldeconomie”.

Omzet daalt met 2 procent

Over het gehele boekjaar kwam de omzet van Siemens uit op 75,9 miljard euro, een daling van 2 procent. Onder de streep bleef 4,4 miljard euro over, tegen 4,3 miljard euro in het voorgaande jaar.

Siemens lanceerde donderdag ook een aandeleninkoopprogramma met een omvang van 4 miljard euro, dat de komende 2 jaar uitgevoerd zal worden.

Geografische verschillen

Siemens haalde in het boekjaar orders binnen ter waarde van ruim 82 miljard euro, 8 procent meer dan een jaar eerder. In het vierde kwartaal nam het aantal grote opdrachten uit de medische sector, de industrie en op het gebied van infrastructuur toe. Uit de energiesector kwamen juist minder orders.

Ook de geografische verschillen blijven groot. In Amerika, Azië en Australië vertoonde de orderontvangst een duidelijke groei. In Europa, Afrika en het Midden-Oosten was juist sprake van een daling. Opkomende markten waren in het vierde kwartaal goed voor 37 procent van alle orders.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl