- De lengte van het gemiddelde ziekteverzuim neemt sinds het najaar van 2021 snel af.
- Begin 2021 was slechts 1 op de 7 werknemers na 10 dagen weer aan het werk, nu zijn dat er 4 op de 10.
- De eerste cijfers van januari laten zien dat deze trend zich dit jaar zal gaan voortzetten.
- Lees ook: 3 redenen waarom de impact van omikron op de economie beperkt blijft, aldus economen van zakenbank JPMorgan
Lang ziekteverzuim is sinds het begin van de coronapandemie aanzienlijk opgelopen, maar daar lijkt sinds enkele maanden een kanteling in te komen. Arbodienstverlener HCS signaleert sinds het najaar een verschuiving van lang naar kort ziekteverzuim. Die trend lijkt in januari versterkt te worden met de oprukkende omikronvariant van het coronavirus.
Volgens James van der Spek, directeur Arbodienstverlening bij HCS, zijn er nog steeds veel mensen afwezig die aan het begin van de pandemie uitvielen, maar is er in de afgelopen maanden een duidelijk omslag zichtbaar waarbij kort verzuim duidelijk de overhand neemt. De eerste cijfers van januari laten ook zien dat deze trend zich dit jaar zal gaan voortzetten.
Begin 2021 was slechts 1 op de 7 werknemers na 10 dagen weer aan het werk, de overgrote groep was langer dan 50 dagen ziek.
Vanaf september vorig jaar begint dat beeld te verschuiven en neemt het aandeel kort verzuim toe tot 40 procent. Dat betekent dat 4 van de 10 werknemers weer binnen 10 dagen aan de slag waren.
Volgens Van der Spek lost dit zeker nog niet alle problemen op voor werkgevers. "De combinatie van het toegenomen korte verzuim en de nog relatief hoge aantallen lopende zaken met lang verzuim, zorgt nog steeds voor een forse belasting voor werkgevers, het werkende personeel en arbodienstverleners."