- De Nederlandse economie groeit komend jaar iets harder dan in 2024.
- De koopkracht stijgt echter minder hard dan in eerste instantie was verwacht.
- Het kabinet-Schoof krijgt ook te maken met een relatief hoge blijvende inflatie in Nederland.
- Lees ook: Koning Willem-Alexander in de Troonrede: ‘Onzekerheid leidt tot kribbigheid’
Het is de derde dinsdag van september en minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) presenteerde in de middag de dag de Miljoenennota aan de Tweede Kamer. De komende dagen zal er in de Tweede Kamer over de stukken gedebatteerd worden.
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft berekend dat er economisch iets betere tijden aankomen, wat betreft de groei van de economie en daling van de armoede, maar dat de koopkracht minder hard stijgt dan verwacht.
Zo gaat het CPB voor volgend jaar uit van een economische groei van 1,5 procent. Dit jaar komt de groei van de economie naar verwachting uit op 0,6 procent.
Ook daalt het aantal mensen dat leeft in armoede van 4,5 procent naar 4,4 procent van de bevolking. Zij krijgen wel te maken met een koopkracht die fors minder is gestegen dan verwacht.
Waar vorige maand werd uitgegaan van een stijging van de koopkracht van gemiddeld 1,1 procent in 2025, gaat het CPB nu uit van een plus van gemiddeld 0,7 procent.
Voor volgend jaar wordt het begrotingstekort geraamd op 2,5 procent van het bruto binnenlands product, wat vrij dicht tegen de Europese norm van maximaal 3 procent ligt.
De staatsschuld stijgt naar 46,7 procent van het nationaal inkomen in 2025, terwijl verwacht dat de schuld dit jaar op 45 procent van de omvang van de economie uitkomt.
Wat betreft de inflatie rekent het CPB op een gemiddelde prijsstijging van 3,2 procent in 2025. Dat is iets minder dag de 3,6 procent inflatie van dit jaar, maar historisch gezien nog altijd hoog.
Nibud: Nederlanders gaan er iets op vooruit
De meeste Nederlandse huishoudens gaan er tussen de 1 en 50 euro per maand op vooruit door de plannen van het nieuwe kabinet, zo meldt het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud). De meeste zzp'ers en sommige gepensioneerden gaan er volgend jaar op achteruit, voor de meeste huishoudens geldt een lichte koopkrachtstijging van minder dan 1 procent.
Voor volgend jaar wordt een gemiddelde cao-loonstijging van 4,3 procent verwacht, maar zoals gezegd stijgen de prijzen waarschijnlijk met 3,2 procent. Ook de zorgpremie stijgt iets. Daardoor zullen huishoudens die een hoger loon krijgen er maar weinig aan overhouden, meldt het Nibud. Veranderingen aan de kant van belastingen zorgen er ook voor dat de koopkrachtstijging veelal lager dan 1 procent zal liggen. Werkenden die niet zoveel meer gaan verdienen, kunnen de koopkracht zien dalen.
Er komt een belastingschijf bij, maar het voordeel daarvan blijft beperkt of is zelfs nadelig omdat tegelijkertijd de algemene heffingskorting omlaaggaat. Meer uren werken zal voor huishoudens die het minimumloon verdienen volgend jaar meer opleveren, aldus het Nibud.
In de toeslagen verandert weinig ziet het Nibud, behalve in de huurtoeslag. In 2025 kunnen ook meerpersoonshuishoudens onder de AOW-leeftijd een deel van de huur boven de aftoppingsgrens vergoed krijgen. De zorgtoeslag gaat voor mensen met een laag inkomen met 7 euro omhoog, maar als de zorgverzekering het komend jaar inderdaad 10 euro duurder is, verzacht de zorgtoeslag die stijging niet helemaal.
Bezuinigingen op onderwijs, miljarden naar landbouw
Met een 'startpakket' van 40 miljoen euro wil het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) komend jaar een begin maken aan zijn landbouwplannen. Van dat bedrag gaat 15 miljoen euro naar maatregelen om de druk op de mestmarkt te verkleinen. Daarvan gaat weer de helft naar een nieuwe subsidieregeling om mest geschikt te maken voor de export.
Verder gaat 8 miljoen euro naar een plan om boeren zelf te laten kiezen hoe ze natuurdoelen bereiken, 8 miljoen naar 'natuurmonitoring', 4,5 miljoen naar visserij, 3,5 miljoen euro naar innovatie en 1 miljoen naar dierwaardigheid.
Vanaf 2026 gaat er vijf jaar lang 1 miljard euro naar de agrarische sector, heeft de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB bepaald. Dat geld gaat volgens het hoofdlijnenakkoord van de coalitie naar onder meer innovatie, een opkoopregeling en een aanpak van de mestmarkt. Hoe de miljarden precies worden besteed, is nog niet duidelijk, maar het 'startpakket' van 40 miljoen geldt als een eerste stap. De coalitie wil ook jaarlijks een half miljard euro uittrekken voor natuurbeheer door boeren.
Op onderwijs wachten juist bezuinigingen: minister Eppo Bruins van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kort 360 miljoen euro op subsidies van zijn departement, staat vermeld in de miljoenennota. In november maakt hij hier meer over bekend.
In het hoofdlijnenakkoord hebben de coalitiepartijen alle ministeries de opdracht gegeven om samen uiteindelijk 1 miljard euro per jaar te bezuinigen op subsidies. Het viel te verwachten dat deze maatregel het ministerie van OCW hard zou raken, omdat dat veel werkt met subsidies. Maar het precieze bedrag was nog niet bekend.
Veel andere bezuinigingen zijn al wel eerder aangekondigd. Het departement wil het aantal internationale studenten indammen en verwacht daar 293 miljoen euro per jaar mee te besparen. Hoger collegegeld voor langstudeerders moet 282 miljoen euro opleveren. Het ministerie stort jaarlijks 132 miljoen euro minder in het Fonds Onderzoek en Wetenschap. Het levert 200 miljoen op om de maatschappelijke diensttijd te schrappen. Vanaf 2027 steekt het kabinet 100 miljoen euro minder in de Nederlandse Publieke Omroep.
Veel geld voor modernisering Defensie
De begroting van het ministerie van Defensie bedraagt volgend jaar 22 miljard euro. Er wordt veel geld uitgegeven aan modernisering en vernieuwing van het materieel. Ook gaat er extra geld naar het personeel om meer medewerkers aan te trekken, al jaren een probleem voor de krijgsmacht.
Bij de presentatie van de plannen voor de komende jaren maakte Defensie al bekend 260 miljoen euro structureel extra in personeelsbeleid te willen investeren. Dat is nodig omdat het ministerie duizenden vacatures heeft. Volgend jaar moeten "richting" de duizend jongeren deel gaan nemen aan het dienjaar. Zij kunnen daarmee een jaar betaald kennis maken met het militaire apparaat. Driekwart van de eerste lichting is bij Defensie gebleven.