- Eind vorig jaar werd bekend dat zelfs gamers, de mensen die Microsoft met zijn Xbox probeert te verwennen, de overname van Activision-Blizzard niet zien zitten.
- En als zelfs de doelgroep zich tegen je keert, hoe groot is de kans dan nog dat je de grootste overname in de gamingwereld ooit kunt sluiten?
- De experts lijken allemaal hetzelfde te denken: Microsoft heeft uiteindelijk de beste kaarten in handen.
- Lees ook: Als ChatGPT zo slim is, waarom is de chatbot van de bank dan zo dom?
Dit artikel verscheen eerder in de wekelijkse Business Insider Tech-Update. Deze nieuwsbrief ook ontvangen? Schrijf je dan onderaan deze pagina in.
OPINIE – Begin 2022 maakten Microsoft en Activision-Blizzard met trots bekend dat ze in de nabije toekomst verder zouden gaan als één bedrijf. Microsoft wilde namelijk 69 miljard dollar neertikken voor de gamesuitgever. En positief als Microsoft was, verwachtte het dat alles op rolletjes zou verlopen en de deal binnen een jaar wel rond zou zijn.
En even leek het er ook op, want meerdere landen keurden de deal al snel goed. Maar de FTC, de Amerikaanse marktwaakhond, besloot wat dieper in de materie te duiken. Ondertussen schreeuwde concurrerende partij Sony zo hard als het kon dat de deal oneerlijke concurrentie zou opleveren en dat Microsoft een van ’s werelds grootste games, Call of Duty, onbereikbaar zou maken voor Playstation-bezitters.
CEO Phil Spencer van Xbox besloot in te grijpen en bood Sony een meerjarige deal aan waarmee het verzekerd was dat Call of Duty op de Playstation zou blijven. Maar die deal weigerde Sony omdat er volgens hen te veel haken en ogen aanzaten. Dezelfde deal werd ook aan Nintendo aangeboden, die het wel ondertekende. En die partij had zelfs nog geen een Call of Duty op haar huidige consoles gezien.
Terwijl dit alles gaande was vond de FTC een reden om het gevecht met Microsoft aan te gaan: de techgigant had gelogen. Microsoft zou eerder hebben toegezegd om games op consoles van concurrenten te laten bestaan, maar later op dit besluit zijn teruggekomen.
Gevolg van dit alles is dat Microsoft zichzelf dit jaar moet gaan verdedigen in de rechtszaal tegen een FTC die, volgens experts, een zwakke zaak heeft. Maar toch wordt de marktwaakhond gesteund door de doelgroep die Microsoft probeert te bedienen. Een groep van 10 gamers besloot Xbox ook voor het gerecht te slepen. Ze vinden dat de deal ervoor zal zorgen dat zij minder toegang krijgen tot games en dus zou aansturen op oneerlijke concurrentie. Ze herhalen in essentie wat Sony al maanden roept.
Met de FTC en de doelgroep tegen je, wat zijn dan nog de kansen dat je Activision-Blizzard kunt kopen na een vermoedelijk slopend lange rechtszaak? Daar zijn veel experts het redelijk over eens: Microsoft heeft de betere kaarten in handen.
Kara Swisher, een journalist voor onder andere New York Magazine die al sinds 1994 over de techwereld schrijft, zegt in haar Podcast Pivot dat de FTC de rechtszaak vooral aanspant om zijn spierballen te laten zien. Als je naar de historie kijkt, zijn gelijksoortige overnames vrijwel nooit eerder geblokkeerd en zou het dan ook vreemd zijn als dit nu wel gebeurt. Zeker omdat Xbox hiermee niet direct marktleider wordt. Volgens Fisher zou de FTC hopen dat Microsoft de keutel intrekt en zelf van de deal afziet omdat het geen zin heeft in een lange, en vooral dure rechtszaak. Mede omdat de boete voor het afzeggen van de deal begin 2023 omhooggaat.
Maar ook advocaten zien niet in waarom Microsoft deze deal niet rond zou moeten krijgen. Richard Hoeg, managing partner van advocatenbureau Hoeglaw, zegt dat de FTC het lastig krijgt om zijn argumenten kracht bij te zetten. Het zou hiervoor moeten aantonen dat Nintendo geen belangrijk onderdeel van de gamingwereld is en zou daarnaast moeten bewijzen dat de clouddiensten van Xbox meer dan alleen een ander kanaal voor het aanbieden van games zijn. Daarbij komt nog eens dat Microsoft niet de enige is die dit soort clouddiensten aanbiedt. Kortom, beide punten zijn een uitdaging voor de FTC, volgens Hoeg.
David B. Hoppe, managing partner bij Gamma Law, ziet de argumenten van Microsoft juist als zwaktebod. De redenen die de techgigant aandraagt snijden volgens hem geen hout en zijn bij ingewijden in de gamingwereld al veel langer bekend. Dingen als cross-platform gaming zijn al jaren gemeengoed, maar Microsoft brengt het alsof zij degene zijn die met deze ‘vernieuwende technologie’ gamers met elkaar zal gaan verbinden.
Maar aan de andere kant ziet hij dat de FTC de rechtszaak vooral aanspant om te laten zien dat het actief kijkt naar verticale overnames. Daar was voorheen weinig aandacht voor omdat gedacht werd dat dit altijd goed was voor de consument, maar hier zijn nog steeds geen harde bewijzen voor.
Hij denkt dan ook dat de rechter uiteindelijk zal gaan beslissen op basis van vergelijkbare zaken uit de geschiedenis. En daarbij gaat het voordeel naar Microsoft, zoals Fisher ook al stelde.
En die gamers dan? Kunnen die nog roet in het eten gooien? Waarschijnlijk niet. De argumenten die ze aandragen worden vooral gezien als zwak aangezien ze vooral aansturen op het gebrek aan Call of Duty op andere platformen dan PC en Xbox. En dat argument is al uitgespeeld. Alle 10 de gamers spelen overigens Call of Duty, waarvan 8 van de 10 dit doen op een Playstation.
En als je erover nadenkt, is het ook onlogisch voor Microsoft om Call of Duty niet uit te brengen op de Playstation. Het is een van de belangrijkste platformen waarop de game gespeeld wordt en dus ook een grote bron van inkomsten. Daar ineens de stekker uittrekken en erop gokken dat de Playstation-gamers allemaal een PC of Xbox gaan kopen om toch Call of Duty te kunnen spelen, is op zijn minst gezegd ijdele hoop.
Op 3 januari moest Microsoft voor het eerst tegenover de Amerikaanse rechtbank een verklaring afleggen. De eerste zitting is pas in augustus, maar het zou goed kunnen dat Microsoft voor die tijd al tot een deal komt met de FTC.
Of Microsoft ook het gevecht aan moet gaan met de Europese Unie, die ook diepgaander onderzoek naar de deal is begonnen, is nog maar de vraag aangezien hiervan vervolgstappen nog niet bekend zijn.