De afgelopen jaren is het verschaffen van kleine leningen aan startende
ondernemers in ontwikkelingslanden heel populair geworden.

Dé nieuwe uitvinding om een einde te maken aan armoede, honger, gebrek aan
onderwijs en een goede gezondheidszorg. En als klap op de vuurpijl zou je
met microfinanciering ook nog eens ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in
ontwikkelingslanden bestrijden.

Sceptici beweren echter dat er niet genoeg hard bewijs is dat
microfinanciering ook echt het wondermiddel tegen armoedebestrijding is.
Twee recente studies zaaien eveneens twijfel over de stelling dat
microfinanciering zijn belofte waar kan maken.

Geen wondermiddel
Het Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology (MIT) deed onderzoek
naar de resultaten van microkredieten in de sloppenwijken van Hyderabad in
India.

De onderzoekers vonden in India geen effect van microfinanciering op zaken als
onderwijs en gezondheid. Bovendien wijzen de onderzoekers op het risico dat
sommige mensen op de lange duur armer zouden kunnen worden van hun
microkrediet. Het is immers de bedoeling dat de lening, met rente, weer
wordt terugbetaald.

Er zijn echter mensen die het geld van de lening niet uitgeven aan
investeringen in duurzame goederen die op de lange termijn inkomsten
genereren, maar die meer uit gaan geven aan niet duurzame goederen zoals
voedsel. Hoewel het je wel een volle maag geeft, zal het je niet van meer
geld in de toekomst voorzien om je schuld weer af te betalen. De
onderzoekers concluderen dan ook dat microkrediet wellicht niet zo’n
wondermiddel is als vaak geclaimd wordt.

Minder gunsten
De andere studie onderzocht de effecten van microkrediet in Manila, de
hoofdstad van de Filippijnen. Opvallend is dat uit deze studie
blijkt dat arme ondernemers die gebruik maken van microkrediet minder leunen
op gunsten uit hun familie of vriendenkring. Anders gezegd zijn er minder
mensen die de ontvangers van microkredieten gratis of voor heel weinig geld
een handje helpen. Familieleden werken bijvoorbeeld minder vaak gratis in de
zaak. Bedrijfjes zouden dus krimpen in plaats van groeien door het
microkrediet.

Deze bevindingen komen overeen met kritiek die de econoom Milford
Bateman
heeft op microfinanciering. Volgens Bateman zorgt
microfinanciering ervoor dat een land overspoeld wordt met hele kleine
bedrijfjes zoals kiosken en fietsenmakers. Doordat banken ervoor kiezen om
geld in microkredieten te steken, zou er minder overblijven voor de wat
grotere bedrijven en er dus veel groeipotentieel blijven liggen.

Bangladesh
Bangladesh, de bakermat van het microkrediet, is voor serieuze investeringen
afhankelijk van de overheid en buitenlandse investeerders. De middelen van
de eigen geldverstrekkers zoals banken zitten namelijk allemaal in de
microkredieten die ten goede komen aan bijvoorbeeld straatverkopers en
riksja’s.

Bateman wijt het gebrek aan economische groei in Bangladesh dan ook ten dele
aan het succes van microfinanciering in het land.

Moeilijk opklimmen qua welvaartsniveau
Wat wel uit beide studies blijkt, is dat mensen die relatief gezien niet zo
heel erg arm zijn en al een bedrijfje hebben, meer profiteren van
microkredieten dan de allerarmsten. Ontvangers die minder arm zijn kunnen
het geld immers echt gebruiken om te investeren in hun bedrijfje en zijn
hierdoor in staat wat meer verdienen.

De allerarmsten komen vaak niet toe aan het doen van investeringen die iets
opleveren en kunnen hierdoor moeilijk opklimmen tot een hoger
welvaartsniveau.

Lees ook:

Máxima: Microkrediet moet weg bij de overheid

Microkrediet: interessante belegging?

Bedenker microkrediet in conflict met Noors telecombedrijf

Brussel wil meer microkredieten

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl