Microkredieten helpen kleine ondernemers in ontwikkelingslanden om een bedrijf
op te zetten. Met leningen van enkele dollars tot enkele duizenden dollars
kunnen zij bijvoorbeeld een winkel, timmerwerkplaats of visnetten kopen.
De aandacht voor dergelijke leningen is de afgelopen jaren flink gegroeid.
2005 werd door de Verenigde Naties (VN) uitgeroepen tot het Internationale
Jaar van het Microkrediet.
De Bengaalse econoom Muhammad Yunus won een jaar later de Nobelprijs
voor de Vrede, met zijn Grameen Bank voor microkrediet in Bangladesh. En in
Nederland heeft prinses Máxima als VN-adviseur het onderwerp onder de
aandacht gebracht.
Dit lijkt zijn vruchten af te werpen. Vrijwel alle grote commerciële banken
doen zaken met lokale kredietverstrekkers, of hebben een belang genomen in
dergelijke instellingen. En veel institutionele beleggers, zoals
pensioenfondsen, beleggen een deel van hun vermogen in microkredieten.
Voor particuliere beleggers is deze markt nu ook toegankelijk. Via het
ASN Novib-fonds, het Triodos Fair Share Fund en het Oikocredit Nederland
Fonds, kunnen zij indirect aan microkredieten deelnemen. Deze week heeft ook
vastgoedbelegger Annexum zich in deze markt gemengd, met het Dutch
Microfund.
Een belegging in een fonds gericht op microkredieten geeft een prettig gevoel:
je helpt de armen aan de andere kant van de wereld om een eigen bestaan op
te bouwen. Maar ook in financieel opzicht kan het interessant zijn.
De rendementen van microkredieten hangen nauwelijks samen met de
ontwikkelingen op de aandelen- en obligatiemarkten en zijn vrijwel
ongevoelig voor conjunctuurschommelingen. Je kunt zo’n belegging daarom
gebruiken als aanvulling op je reguliere beleggingsportefeuille, om je
beleggingsrisico’s te spreiden.
Bovendien is de rente op de verstrekte leningen relatief hoog; dubbelcijferige
percentages zijn eerder regel dan uitzondering. Tot slot kunnen beleggers in
de fondsen van ASN, Triodos en Oikocredit rekenen op allerlei fiscale
voordelen. Die kunnen oplopen tot 2,5 procent per jaar over de inleg.
Maar er kleven ook nadelen aan. Zo loop je een verhoogd risico dat leningen
niet worden terugbetaald. Anders dan bijvoorbeeld in Nederland wordt voor de
leningen geen onderpand gevraagd. Bovendien investeer je veelal in landen
die politiek en economisch instabiel zijn.
Toch meldt Oikocredit, die al ruim dertig jaar microkredieten
verstrekt, dat nog geen 15 procent van de leningen wordt afgeschreven.
Volgens Annexum wordt in de regel zelfs 97 procent terugbetaald.
Verder loop je een valutarisico. Sommige beleggingen (leningen of
participaties) worden in dollars gedaan en door de fondsbeheerder -deels-
afgedekt via termijncontracten. Bij beleggingen in lokale valuta is dat een
stuk moeilijker. Deze worden dan ook zelden gehedged.
Je moet er ook rekening mee houden dat de beleggingsfondsen veelal investeren
in relatief jonge kredietverstrekkers die nog in een sterke groeifase
zitten. Dat heeft voordelen, zoals een waardestijging van je belegging.
Maar veel organisaties worden ook geplaagd door kinderziektes. Zij hebben
bijvoorbeeld moeite om goed gekwalificeerd personeel te vinden. Om de
risico’s voor de beleggers te beperken, beleggen veel fondsen een deel van
hun vermogen in minder risicovolle obligaties. Maar dit is vaak maar een
beperkt percentage.
Dichter bij huis loop je het risico dat de fiscale regeling voor
maatschappelijke beleggingen, aan haar eigen succes ten onder gaat. Als
steeds meer mensen hier een beroep op doen, is er kans dat de overheid de
geldkraan dicht draait, zoals onlangs bij de kinderopvangregeling.
Tot slot zijn de kosten vaak relatief hoog. Het Triodos- en ASN Novibfonds
brengen circa 3 procent per jaar in rekening en het Dutch Microfund een
beheerfee van 1,2 procent per jaar en eenmalig 1 procent.
Het Oikocreditfonds is voordeliger: hier wordt 0,45 procent aan beheerkosten
op het rendement in mindering gebracht. Maar hier ligt de
rendementsdoelstelling relatief laag.
Wie investeert in microkredieten moet het dus niet alleen doen voor de
verdiensten. Het draait nadrukkelijk ook om het sociale rendement: iets
betekenen voor de minder bemiddelde mens.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl