- De metaverse blijft een relatief heet onderwerp van gesprek onder investeerders en toekomstvisionairs.
- De belangrijkste daaronder is wellicht Meta CEO Mark Zuckerberg, die ongeremd hard inzet op de nieuwe technologie en zelfs een VR-bril hiervoor introduceerde.
- Maar Meta laat met dat product tegelijk de hele toegevoegde waarde van de metaverse verdampen.
- Lees ook Smartphones van grote merken lijken steeds meer op elkaar: hoe kunnen merken als Apple, Google en Samsung zich nog onderscheiden?
Dit artikel verscheen eerder in de wekelijkse Business Insider Tech-Update. Deze nieuwsbrief ook ontvangen? Schrijf je dan onderaan deze pagina in.
OPINIE – De metaverse blijft een relatief heet onderwerp van gesprek onder investeerders en toekomstvisionairs. De enorme hoeveelheid geld die erin gepompt wordt en de zogenaamde acceptatie onder de jeugd, zou wijzen naar een toekomstig leven in de metaverse.
Maar de realiteit sloeg enorm hard toe toen bekend werd dat de grootste namen in de metaverse slechts tientallen gebruikers per dag hadden. Decentraland, wat meer dan een miljard dollar waard is door de vele investeringen, bleek slechts 28 man per dag te bedienen. De metaverse lijkt daardoor op sterven na dood.
Iets wat Zuckerberg niet ziet. Hij blijft met Meta vol inzetten op het metaverse-avontuur. Zo erg zelfs, dat zijn eigen werknemers betwijfelen of ze nog wel zijn werknemers willen blijven. Ook investeerders beginnen steeds meer vraagtekens te zetten bij Zuckerbergs toekomstvisie. Wie wil er immers zijn hele virtuele leven delen met een bedrijf dat niet altijd even netjes omgaat met persoonlijke informatie.
Onderdeel van Zucks metaverse is natuurlijk ook een nieuwe VR-bril. Je moet immers op een manier in de virtuele wereld kunnen komen. De bril, de Meta Quest Pro, kost net geen 2.000 euro en geeft je de mogelijkheid om met collega’s in een virtueel kantoor met Office-producten te werken. Meta heeft voor de gelegenheid namelijk een deal gesloten met Microsoft.
Alsof dat nog niet onaantrekkelijk genoeg klinkt, lijkt het alsof Meta met de Quest Pro de deur open zet naar iets waar Apple zich juist op focust: een mix tussen virtuele realiteit en augmented reality (toegevoegde realiteit).
De Quest Pro heeft namelijk iets wat ‘pass through mode’ wordt genoemd. Hierbij projecteert de bril de omgeving van de gebruiker op de schermen in de bril. Deze wordt realtime opgenomen met de camera’s aan de buitenkant van de bril. Hiermee zit je met een Quest Pro op je hoofd maar zie je de wereld alsof je zonder de VR-bril op je hoofd zit.
Nu is dit op zich niet heel speciaal, maar met wat gespecialiseerde software is het mogelijk om objecten te laten verschijnen. Denk bijvoorbeeld aan grote monitors vol data. Zo groot dat ze normaliter niet op je bureau zouden passen. Hier kan je vervolgens als normaal op werken.
Het is een klassiek voorbeeld van augmented reality. En een voorbeeld waar je direct de mogelijkheden van kunt inzien. Het toont aan dat het niet nodig is om helemaal in een virtuele wereld te stappen als je de bruikbare onderdelen uit die wereld ook naar de ‘echte wereld’ kunt transporteren.
Als je dat doet, wordt de bijna 2.000 euro voor een bril ook ineens beter te verklaren. Grote monitoren kosten al snel meer, zeker als je het over de varianten van Apple hebt. En dan hebben we het hier nog maar over één mogelijkheid die AR biedt.
Meta laat dus met het product dat toegang verschaft tot de metaverse, de hele toegevoegde waarde van diezelfde metaverse verdampen. En het lijkt erop dat ze het zelf nog niet doorhebben, of gewoon niet willen inzien.