- Reistijd speelt een belangrijke rol in de keuze van werknemers om thuis te werken.
- Wie een half uur of langer moet reizen, is sneller geneigd om niet naar kantoor te komen.
- Ook de combinatie werk en privé en productiviteit spelen een belangrijke rol.
- Lees ook: In deze 14 sectoren wordt het meest en het minst op kantoor gewerkt: ICT en creatief beroep aan kop met thuiswerken.
Gemiddeld waren werknemers in 2023 ongeveer een uur per dag onderweg naar hun kantoor en terug naar huis. Hoe langer de reistijd, des te meer zijn werknemers geneigd om deels thuis te werken.
Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in samenwerking met de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA).
Het onderzoek concentreerde zich op de reistijd van werknemers tussen de 15 en 75 jaar. Ruim twee derde van de respondenten zei minder dan een half uur onderweg te zijn naar werk. 10 procent zei zeker een uur onderweg te zijn.
Langer reizen naar werk, vaker thuiswerken
Zoals gezegd is er een direct verband tussen thuiswerken en de reistijd van een werknemer. Ruim de helft van alle werknemers werkt wel eens thuis. Werknemers die nooit thuiswerken hebben een gemiddelde reistijd van 25 minuten.
Vanaf een enkele reistijd van 30 minuten loopt het aantal mensen dat deels thuis werkt al flink op, zo blijkt uit het onderzoek. Meer dan de helft kiest dan voor deels thuiswerken, terwijl een meerderheid van de mensen met een reistijd tot 20 minuten er juist voor kiest om op kantoor te werken.
Naast de reistijd gaf een meerderheid van de respondenten aan thuis meer werk af te kunnen krijgen dan op kantoor.
Ook de combinatie van werk en privé was een veelgehoorde reden. 70 procent van de mensen geven aan naar kantoor te gaan vanwege sociale contacten, om op de hoogte te blijven wat er speelt op werk en om beter te kunnen overleggen.