JPMorgan heeft een schikking getroffen met diverse toezichthouders in de ‘London Whale’-zaak. De Amerikaanse bank betaalt 920 miljoen dollar (679 miljoen euro) en heeft toegegeven dat er fouten zijn gemaakt in het Londense handelskantoor en het toezicht daar op. Dat maakte de Federal Reserve donderdag bekend.
De Britse toezichthouder Financial Conduct Authority (FCA) legde JPMorgan een boete op van 137,6 miljoen pond (220 miljoen dollar) voor “serieuze tekortkomingen op alle niveaus” in het zogeheten chief investment office van de bank in Londen.
Handelaar Bruno Iksil daar nam zulke grote posities in dat hij de bijnaam London Whale kreeg. De beleggingen liepen faliekant mis, waardoor de handelaar vorig jaar een verlies leed van 6,2 miljard dollar.
Miljoenenboetes
De Fed en beurstoezichthouder SEC legden allebei een boete op van 200 miljoen dollar. Daar bovenop komt nog een boete van 300 miljoen dollar van de U.S. Office of the Comptroller of the Currency, dat deel uitmaakt van het Amerikaanse ministerie van Financiën. Het ministerie van Justitie en de Commodity Futures Trading Commission gaan vooralsnog door met hun onderzoek.
“JPMorgan slaagde er niet in toezicht te houden op zijn handelaren die een extreem gecompliceerde beleggingsportefeuille overwaardeerden om enorme verliezen te verbergen”, aldus de SEC. “Senior managers braken een van de belangrijkste regels van behoorlijk bestuur en hielden cruciale informatie achter die het bestuur nodig had om de problemen te doorgronden. Het bestuur kon daardoor niet bepalen of accurate en betrouwbare informatie werd verstrekt aan beleggers en toezichthouders.”
Het verlies koste meerdere mensen, onder wie een paar hooggeplaatste managers, hun baan. De zaak schaadde ook de reputatie van bestuursvoorzitter Jamie Dimon, wiens jaarsalaris gehalveerd werd. De marktwaarde van JPMorgan slonk met bijna 51 miljard dollar nadat de bank als gevolg van het megaverlies zijn cijfers over 2012 bijstelde.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl