Het aantal jongeren dat geen onderwijs volgt en niet werkt is in de crisisjaren weer gestegen tot het niveau van 2005.
Dat blijkt uit een analyse van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de arbeidsmarktpositie van jongeren tussen de 15 en 27 jaar. Dit op basis van gegevens die tot en met 2011 lopen.
Van de 2,5 miljoen jongeren van 15 tot 27 jaar in 2011 volgde zo’n 60 procent een vorm van onderwijs. De overige 40 procent, ongeveer 957 duizend jongeren, volgde geen onderwijs. Het gros van deze groep werkte, te weten 734 duizend jongeren.
Jongeren zonder werk en studie
De restgroep van 223 duizend jongeren volgde geen onderwijs en had ook geen werk. Van deze jongeren hadden er 92 duizend een uitkering, ofwel 3,7 procent van alle jongeren tussen de 15 en 27.
Het CBS heeft ook een regionale verdeling gemaakt. Daaruit blijkt dat het percentage jongeren dat niet werkte en geen onderwijs volgde het hoogst was in Flevoland en Limburg.
In de provincie Drenthe zaten echter verhoudingsgewijs de meeste jongeren met een uitkering. Ook Friesland kende relatief veel uitkeringsontvangers.
In de grote steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag lag het aandeel van jongeren die geen onderwijs volgden én geen werk hadden, boven het gemiddelde van Nederland. In Amsterdam hadden relatief weinig jongeren een uitkering, in Rotterdam lag dit percentage duidelijk hoger.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl