- Nog nooit eerder hadden zoveel Nederlanders betaald werk, blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
- Wel lijkt de groeispurt die vrouwen op de arbeidsmarkt maken, minder hard te gaan.
- Het verschil in arbeidsparticipatie ten opzichte van de mannen blijft ongeveer even groot. Wel zijn vrouwen meer uren gaan werken.
- Lees ook: Werkloosheid stijgt licht in april naar 3,7%, ondernemers worden wel iets positiever
Alhoewel zowel meer mannen als vrouwen de laatste jaren zijn gaan werken in Nederland, blijft het aandeel van mannen in de beroepsbevolking structureel hoger dan dat van vrouwen. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) woensdag.
Het verschil in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen blijft de laatste jaren gelijk, terwijl dit in de eerste jaren van deze eeuw juist nog afnam. In het eerste kwartaal van 2024 werkte zo’n 77 procent van alle mannen, tegenover zo’n 69 procent van de vrouwen. Het ging om een verschil van ruim 8 procentpunt. Dit is evenveel als in hetzelfde kwartaal vijf jaar geleden.
Wel hadden begin 2024 de meeste Nederlanders van 15 tot 75 jaar betaald werk sinds het begin van de tellingen in 2003. Sinds 2014 is al sprake van een continue toename, in 2021 enkel onderbroken door de coronacrisis.
Arbeidsparticipatie vrouwen neemt wel toe
In twintig jaar tijd zijn wel meer vrouwen gaan werken. De groei in de arbeidsparticipatie sinds 2004 bedraagt bijna 12 procentpunt. Toch hebben vrouwen vooral een grote inhaalslag gemaakt tussen 2004 en 2014. Hierna stokte deze trend langzamerhand.
Wel maakten vrouwen de afgelopen tien jaar een inhaalslag wat betreft het aantal uur dat zij - betaald - werken. Werkten vrouwen begin 2014 nog zo'n 25 uur, in het eerste kwartaal van dit jaar is dit toegenomen naar zo'n 28 uur.
Mannen bleven in deze periode steevast gemiddeld 36 uur per week werken. Gemiddeld werken vrouwen momenteel dus zo'n 8 uur per week minder dan mannen; in 2014 ging het nog om zo'n 10 uur.
Grote verschillen tussen leeftijdsgroepen
Vrouwen van 25 tot en met 65 jaar zijn relatief vaker gaan werken sinds 2014. Het verschil in arbeidsparticipatie met mannen nam in deze - belangrijkste - leeftijdsgroep dan ook af.
Onder jongeren van 15 tot en met 25 jaar trok de arbeidsparticipatie ook meer gelijk. Daar waren het echter juist de mannen die in 2014 het minst werkten.
Daarentegen nam het verschil in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen in de leeftijdsgroep boven 65 jaar toe, omdat mannen in die leeftijdsgroep meer zijn gaan werken.