Eén van de belangrijkste zakelijke rentetarieven, de euriborrente, is sinds een week negatief. Voor bedrijven die renterisico’s hebben afgedekt met afgeleide producten, kan dat een extra strop opleveren.

Veel MKB-bedrijven zitten in hun maag met rentecontracten die ze met banken hadden afgesloten om zich in te dekken tegen rentestijgingen.

Doordat rentes de afgelopen jaren niet zijn gestegen, maar juist zijn gedaald, hebben zogenoemde ‘renteswaps’ zich in sommige gevallen tegen ondernemers gekeerd: ze kosten geld, in plaats van dat ze risico’s verminderen.

Diverse claimclubs hebben zich inmiddels gemeld bij banken met eisen om compensatie. En ook financiële toezichthouder AFM volgt het dossier rond de renteswaps nauwgezet. Zie hier voor de recente ontwikkelingen.

Negatieve rente: euribor

Het fenomeen van dalende rentes wordt sinds maart vooral gestimuleerd doordat de Europese Centrale Bank via het opkopen van staatsobligaties direct vers geld in de financiële markt pompt. Geld is daardoor zo overvloedig beschikbaar dat sommige rentes zelfs negatief zijn geworden. Dat betekent dat als je geld van iemand leent, je rente krijgt, in plaats van dat je rente moet betalen.

Het fenomeen van de negatieve rente geldt sinds een week ook voor één van de belangrijkste variabele rentetarieven waar banken mee werken: de driemaands euriborrrente. Deze rente wordt veel gebruikt bij renteswap-constructies en daarbij moeten ondernemers nu extra oppassen.

Adviesbureau ICC, specialist op het gebied van rente- en valutabeleid, signaleert dat de negatieve euriborrente extra pijn kan doen voor bedrijven met renteswaps. Dit komt doordat de kredietovereenkomst en een renteswapovereenkomst aparte contracten zijn, legt consultant Michel Hensen uit. "Hierdoor is het mogelijk dat er in beide contracten verschillend omgegaan wordt met een negatieve euriborrente."

Renteswap werkt niet meer bij negatieve rente

Een voorbeeld kan dit verduidelijken. Bij renteswaps gaat het doorgaans om het 'ruilen'  van vaste rentes en variabele rentes, bijvoorbeeld om meer zekerheid te krijgen over de rentelasten en het risico van een rentestijging af te dekken.

Stel bijvoorbeeld dat een bedrijf een lening bij de bank afsluit met een vaste risico-opslag van 2 procent en daarbovenop de variabele driemaands euriborrente.

Om het risico van een rentestijging af te dekken sluit het bedrijf ook een renteswap af. Die bestaat bijvoorbeeld uit een vaste rente die het bedrijf betaalt van 2,5 procent. Hier tegenover staat de ontvangst van de driemaands euriborrente.

De ontvangst van de euriborrente vanuit de renteswap valt weg tegen de betaling van de euriborrente vanuit de kredietovereenskomst waardoor effectief een betaling van de vaste rente plus de risico-opslag wordt betaald.

Als de euriborrente 0,2 procent is, betaalt het bedrijf via de leningovereenkomst dus 2 procent risico-opslag plus 0,2 procent euriborrrente. Via de swap betaalt het bedrijf 2,5 procent vast en ontvangt het 0,2 procent euriborrente. De betaling en de ontvangst van de 0,2 procent vallen tegen elkaar weg, waardoor de vaste rente van 2,5 procent en de 2 procent opslag (totaal 4,5 procent) overblijven.

Als de euriborrente daalt naar 0,0 procent betaalt het bedrijf voor de lening alleen nog de risico-opslag van 2 procent en voor de renteswap de vaste rente van 2,5 procent, dus nog steeds 4,5 procent.

Maar nu: de euriborrente wordt negatief: -0,005 procent. Adviseur Hensen van ICC wijst erop dat in veel overeenkomsten voor renteswaps geen bodem bij 0,0 procent geldt. Voor de renteswap betaalt de ondernemer dan 2,5 procent vaste rente plus de negatieve euriborrente van 0,005 procent.

"Bij leningovereenkomsten is vaak wel een bodem van 0,0 procent ingecalculeerd", aldus Hensen. Dus in het voorbeeld betaalt het bedrijf nog steeds de risico-opslag van 2 procent, maar ontvangt het niet de negatieve euriborrente. De totaalsom wordt nu 2 procent, plus 2,505,of wel 4,505 procent rente.

Een ogenschijnlijk klein verschil, maar de 'perfecte match' tussen de te betalen en te ontvangen euriborrente is weg.

Banken kijken naar effect negatieve euriborrente

Omdat het driemaands-euribortarief pas sinds een week negatief is en rentewijzigingen vaak bij de start van een kwartaal worden doorgevoerd, zal de onbalans in de praktijk voor veel bedrijven pas vanaf juli dit jaar optreden, als de euriborrente dan negatief is, zo geeft Hensen aan. Maar alvast opletten kan geen kwaad.

Vraag is uiteraard hoe banken omgaan met de mogelijk nadelige gevolgen van de negatieve euriborrente voor MKB-klanten met een renteswap.

De woordvoerder van ING geeft aan dat bovengenoemde situatie voorkomt. "Maar binnen ING geldt voor de middelgrote bedrijfsklanten die aan een lening een rentederivaat hebben gekoppeld, dat zij door ING gecompenseerd worden bij een negatieve euriborrente. Aan kleinere bedrijven van het MKB verstrekken we geen rentederivaten, dus voor hen geldt het vraagstuk sowieso niet." Klanten van ING zijn bovendien actief geïnformeerd over de compensatie.

ABN Amro noemt de vragen over het effect van de negatieve euriborrente logisch. Maar de woordvoerder kan er bij navraag niet veel meer over zeggen. "We zijn het aan het bekijken."

Ook Rabobank kijkt naar de kwestie, maar was bij publicatie van dit artikel nog niet in staat te reageren.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl