Onheilspellende koppen vlogen woensdag over nieuwssites en sociale media. “De Tweede Kamer heeft het medisch beroepsgeheim gisteren stilletjes afgeschaft”, aldus Vice. Zorgverzekeraars mogen voortaan in patiëntendossiers kijken om fraude te bestrijden, beweert de website.
Ook het AD brengt een soortgelijk bericht: “Zorgverzekeraar mag van Kamer patiëntendossiers inzien.”
“De Tweede Kamer wil het medisch beroepsgeheim afschaffen. Een goed idee?” vraagt Sander Heijne van De Correspondent zich af.
SP-Kamerlid Henk van Gerven en lijsttrekker voor de Piratenpartij Ancilla van de Leest doen zelfs een oproep om het medisch beroepsgeheim te redden van de ondergang. “Deze wet gaat tegen de Grondwet in en is een aanslag op onze persoonlijke levenssfeer”, aldus Van de Leest.
Wat is er aan de hand? Heeft de Tweede Kamer inderdaad een van de belangrijkste rechten van patiënten afgeschaft? Nee, het ligt een stuk genuanceerder. Zorgverzekeraars mogen namelijk al jaren jouw medisch dossier inzien, als ze vermoeden dat er gefraudeerd is met declaraties.
Negen vragen over het medisch dossier en wat er nu werkelijk verandert.
Wat is een medisch dossier?
Ga je naar de huisarts, tandarts of specialist, dan legt diegene jouw medische gegevens vast in een dossier. Daarin staat alle informatie over de behandelingen die je hebt ondergaan.
Elke arts legt een eigen dossier aan: de huisarts legt in zijn archief vast dat je langs bent geweest, het ziekenhuis heeft weer een eigen dossier voor de röntgenfoto's die je hebt laten maken. Daarnaast bevat het dossier jouw persoonsgegevens, je medicijngebruik en eventuele schriftelijke wilsverklaringen (wensen voor je levenseinde).
Wie kan mijn medisch dossier inzien?
De behandelend arts beheert jouw medisch dossier. In de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst is vastgelegd dat je het recht hebt om jouw dossier in te zien als je daarom vraagt. Een kopie maken mag ook, maar daarvoor kan de praktijk wel kosten in rekening brengen.
Als iemand anders jouw medisch dossier in wil zien, moet je daarvoor schriftelijk toestemming geven. Het medisch beroepsgeheim blijft ook van kracht als iemand overlijdt; nabestaanden hebben dan niet het recht om jouw dossier in te zien zonder toestemming vooraf.
Alleen als de nabestaanden een 'aanmerkelijk' belang hebben, kunnen ze alsnog bij jouw medische gegevens. Daarbij moet de hulpverlener er wel van overtuigd zijn dat de overledene hiertegen geen bezwaar zou hebben gehad.
Zijn er uitzonderingen?
Soms is de huisarts wettelijk verplicht om de medische geheimhouding te verbreken, bijvoorbeeld in het geval van besmettelijke infectieziektes als malaria, cholera en Q-koorts. Dit moet de huisarts direct melden aan de GGD. Als er sprake is van kindermishandeling kan de huisarts ervoor kiezen om de geheimhoudingsplicht te breken.
Ook kunnen zorgverleners via een beveiligd netwerk relevante medische gegevens uitwisselen. Dit heet het Landelijk Schakelpunt en kan alleen als jij daar toestemming voor hebt gegeven.
Kunnen zorgverzekeraars in mijn medisch dossier kijken?
Ja, dit mag al jaren volgens de Zorgverzekeringswet en de Regeling zorgverzekering. Maar alleen in het uiterste geval als er zeer sterke vermoedens zijn dat een arts fraudeert met declaraties. Dat zit zo.
In de meeste gevallen betaal jij voor behandelingen die in het basispakket zitten niet zelf de rekening; de behandelend arts dient een nota in bij de zorgverzekeraar. Die moet er volgens de Zorgverzekeringswet op toezien dat de declaratie correct is, dus dat de behandeling die op papier staat daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en dat dat de juiste behandeling voor de klachten is.
Dit is logisch: door fraude met zorggelden tegen te gaan blijven de zorgkosten zo laag mogelijk. Dat is in het belang van iedere Nederlander.
Om te controleren of declaraties kloppen, doet de zorgverzekeraar een zogenoemde materiële controle. Uitgangspunt is dat daarbij eerst lichte middelen worden ingezet, zonder inzage van patiëntgegevens. Denk hierbij aan statistisch onderzoek om onregelmatige declaraties te ontdekken, een bestuursverklaring van een accountant of ziekenhuis dat de interne controle op orde is of een simpel staaltje logisch redeneren. Als bij iemand bijvoorbeeld twee keer een blinde darm verwijderd is, is dat genoeg reden om een declaratie te weigeren.
Pas als op echt geen andere manier te controleren is of een declaratie terecht is, mag de zorgverzekeraar overgaan tot controle op patiëntniveau, de zogenoemde detailcontrole. Daarbij is de behandelend arts volgens de Zorgverzekeringswet verplicht om "noodzakelijke persoons- en gezondheidsgegevens" aan de zorgverzekeraar te verstrekken.
Dit betekent niet dat de zorgverzekeraar jouw hele medische geschiedenis in handen krijgt. Ook hier geldt een opbouw van lichte naar zwaardere middelen. Zo kan de zorgverzekeraar contact met je opnemen voor meer informatie of een verklaring van de arts vragen.
Pas als laatste redmiddel mag de zorgverzekeraar in het medisch dossier kijken van de arts die jou behandelt. Dit gebeurt bij 2500 declaraties per jaar op een totaal van 1 miljard, aldus minister Schippers. De inzage blijft beperkt tot gerichte informatie die nodig is voor het onderzoek. Als de zorgverzekeraar controleert of een operatie juist is gedeclareerd, dan hoeft er geen informatie verstrekt te worden over psychiatrische behandeling van de patiënt.
Houden zorgverzekeraars zich aan de regels?
Het bovenstaande stappenplan is zoals de materiële controle zou moeten verlopen. In praktijk hebben zorgverzekeraars de neiging de grenzen van de regelgeving op te zoeken, signaleren juristen van de VvAA, een Nederlandse vereniging die zo'n 120.000 medici, paramedici en studenten voor die beroepen bijstaat.
Volgens het protocol moet de materiéle controle van de zorgverzekeraar "noodzakelijk" en "proportioneel" zijn om de "persoonlijke levenssfeer" van de patiënt te beschermen. Maar nergens staat beschreven wanneer dit het geval is.
Heikel punt is daarnaast dat de zorgverzekeraar op de stoel van de arts gaat zitten en beoordeelt of een behandeling nodig was. Dat wringt bij huisartsen, tandartsen en andere zorgaanbieders.
"Kan inzage in een medisch dossier de vragen van de zorgverzekeraar beantwoorden? Het huisartsenvak kent immers veel facetten die niet altijd beschreven zijn in het medisch dossier en die zich niet in een protocol of richtlijn laten vatten", schreef de Rotterdamse huisarts Chantal van het Zandt vorig jaar.
Van het Zandt werd er vorig jaar door Achmea uitgepikt voor materiële controle, omdat haar declaratiegedrag opviel na statistische analyse. Volgens de verzekeraar bracht ze opvallend vaak bezoekjes aan patiënten die op sterven lagen en besteedde ze te veel minuten per patiënt. Achmea dreigde met het terugvorderen van 15.000 euro aan declaraties.
Om te bewijzen dat ze niets fout had gedaan moest Van het Zandt inzage geven in haar medische dossiers. Er waren volgens Achmea slechts twee opties, schrijft Van het Zandt op medischcontact.nl. "Er is doelbewust onjuist gedeclareerd of onbewust verkeerd gedeclareerd. De mogelijkheid dat er correct gedeclareerd is, maar meer zorg is geleverd dan gemiddeld, wordt niet geaccepteerd."
En zo pikken zorgverzekeraars meer artsen eruit, puur op basis van de hoge behandelkosten, claimen huisartsen. De kwaliteit van de geleverde zorg telt niet. Veel artsen kiezen ervoor om te betalen, zodat patiëntdossiers uit handen van zorgverzekeraars blijven.
Van de 485 miljoen euro die zorgverzekeraars in 2015 terug hebben gevorderd, ging het slechts in een fractie van de gevallen (11,1 miljoen euro) om bewezen fraude.
Hoe weet ik dat de zorgverzekeraar vertrouwelijk omgaat met mijn gegevens?
Om te beginnen belanden jouw medische gegevens niet zomaar op elk bureau bij de zorgverzekeraar. Alleen een medisch adviseur en een begeleidend team, die gebonden zijn aan het medisch beroepsgeheim, mogen gerichte vragen stellen aan de arts en in het uiterste geval jouw patiëntdossier inzien. Die informatie deelt de medisch adviseur vervolgens met de verzekeraar.
Over wat er met de medische gegevens binnen de muren van de zorgverzekeraar gebeurt, bestaan echter zorgen. De zorgverzekeraars hebben daarvoor een gedragscode opgesteld, die aanvankelijk in 2011 door het College Bescherming Persoonsgegevens (tegenwoordig Autoriteit Persoonsgegevens) werd goedgekeurd. Maar de rechtbank Amsterdam vernietigde dat protocol twee jaar later. Daarop trok het CBP zijn besluit in.
De gedragscode bevat onvoldoende waarborgen om het misbruik van medische gegevens tegen te gaan en de privacy van patiënten te beschermen, aldus de rechtbank. Zo is er geen explicite garantie dat patiëntgegevens die zijn verzameld om declaratiefraude te controleren, niet worden gebruikt om bijvoorbeeld aanbiedingen te doen aan klanten.
Zorgverzekeraars hanteren de gedragscode nog steeds, ook al heeft deze geen stempel van goedkeuring gekregen van de toezichthouder voor de verwerking van persoonsgegevens.
Goed, dat is de huidige stand van zaken. Wat gaat er nu veranderen?
Officieel nog niks, want het wetsvoorstel moet nog door de Eerste Kamer. Maar dinsdag heeft de Tweede Kamer wel al ingestemd met een wijziging van de Wet marktverordening gezondheidszorg. Daarmee wil minister Schippers de regels voor materiële controle voor naturapolissen en restitutiepolissen gelijktrekken.
De meeste Nederlanders hebben een naturapolis, waarbij de zorgverzekeraar contracten afsluit met zorgverleners. Voor behandelingen in het basispakket hoef je niet zelf op te draaien; de zorgverlener regelt de betaling met de verzekeraar. En zolang je naar een zorgverlener gaat waar de verzekeraar afspraken mee heeft gemaakt, krijg je alles vergoed.
Als de zorgverzekeraar wil controleren of een declaratie juist is, stapt hij naar de behandelend arts. Want hij of zij is degene die de nota heeft ingediend.
Maar dat werkt anders bij de duurdere restitutiepolis, waarbij een verzekerde overal terecht kan en ook de zorg vergoed krijgt als hun verzekeraar geen contract heeft met de zorgaanbieder. In dat geval krijg je een rekening van de behandeld arts en declareer je het bedrag bij jouw verzekeraar.
Bij restitutiepolissen kan een verzekeraar volgens de wet niet in het medisch dossier kijken. Maar omdat je als patiënt moet betalen, heb je de neiging om zelf te controleren of de arts wel het juiste bedrag in rekening brengt.
De restitutiepolissen zijn in de loop der jaren echter steeds meer op naturapolissen gaan lijken. Ook restitutieverzekeraars betalen direct aan de zorgaanbieder, omdat het bedrag dat patiënten anders voor moeten schieten wel erg groot is. Omdat de verzekeraar buiten jou om betaalt, ben je minder snel geneigd om de declaraties te controleren.
Daarom wil Schippers de materiële controle uitbreiden, zodat verzekeraars declaraties van ongecontracteerde zorgaanbieders beter kunnen controleren.
Waar komt het verhaal vandaan dat het medisch beroepsgeheim wordt afgeschaft?
Volgens Schippers gaat het niet om een fundamentele wijziging, maar onder meer de SP ziet dat anders. "Tot nu toe kon met een keuze voor een restitutiepolis een patiënt zijn privacy beschermen", schrijft Kamerlid Henk van Gerven. Die optie vervalt als het wetsvoorstel door de Eerste Kamer komt. Ook bij een restitutiepolis is het medisch beroepsgeheim niet langer heilig als een zorgverzekeraar vermoedt dat er gefraudeerd is.
Volgens Van Gerven is dit een zorgwekkende ontwikkeling. "Kennis over de medische aandoeningen van een verzekerde kan leiden tot risicoselectie en uitsluiting van verzekeringen waar deze verzekerde hoe dan ook verliesgevend op zal zijn."
Kan een zorgverzekeraar zonder mijn toestemming mijn medisch dossier inzien?
Tot nu toe hoeft een zorgverzekeraar een patiënt niet op de hoogte te brengen na een kijkje in het medisch dossier. Maar met de aanpassing in de wet moeten verzekeraars dit drie maanden na de inzage alsnog melden aan de verzekerde.
D66 en de Patiëntenfederatie pleitten ervoor dat zorgverzekeraars vooraf toestemming moeten vragen voor inzage in het medisch dossier. Schippers vindt dat echter geen goed plan, omdat dat het fraude-onderzoek kan belemmeren.
Conclusie?
De Tweede Kamer heeft dinsdag niet plots het medisch beroepsgeheim terzijde geschoven, dat ligt al jarenlang onder vuur onder het mom van betere fraudebestrijding. Dat patiënten een seintje krijgen, ook al is het achteraf, als zorgverzekeraars in hun medische gegevens neuzen, is een positieve ontwikkeling. Het ontbreken van goedgekeurde gedragscode blijft zorgelijk.
Ondertussen is de vraag of fraude niet op een andere manier bestreden kan worden, en of het überhaupt zinvol is om dit te doen door het medisch beroepsgeheim te verbreken. De 11,1 miljoen euro die verzekeraars vorig jaar aan bewust onjuiste declaraties hebben vastgesteld is immers maar 0,02 procent van het totale zorgbudget.