In de supermarkten kun je er niet omheen: exotische producten. We zijn de
laatste decennia verwend, van sinaasappelen uit Spanje tot sushi-zeewier uit
Japan.
Maar zo wereldwijs als we zijn op deze vlakken, zo sterk hechten we aan wat we
kennen als het om beleggen gaat. Dit fenomeen wordt ‘home bias’ genoemd,
ofwel de voorkeur voor thuis.
De wereld aan je voeten
Een halve eeuw geleden was de keuze als Nederlandse belegger beperkt: veel
verder dan ‘Unies’, ‘Olies’ en ‘Flippen’ kwam je niet. Maar al snel werd het
Nederlandse beurslandschap rijker en groeide het uit tot de ongeveer 200
ondernemingen met een beursnotering.
Met de ontwikkeling van de handelssystemen namen de keuzemogelijkhden verder
toe. Anno 2013 is het net zo gemakkelijk, en bijna net zo goedkoop, om een
aandeel ExxonMobil in New York te lopen als Royal Dutch Shell in Amsterdam.
Maar zelfs met het verwijderen van iedere mogelijke barrière, beperkten we
ons tot de lokale markt. Dat heeft een diepere achtergrond.
Onbekend maakt onbemind
Een van de meest waarschijnlijke redenen voor de voorkeur voor lokale
ondernemingen is dat je ze beter kent of denkt te kennen, dat er meer nieuws
beschikbaar is en je als belegger sneller vermoedt dat jouw analyse van de
onderneming kan leiden tot buitengewoon goede beleggingsbeslissingen.
Deze ‘kosten van informatie’ zijn dan ook een logische verklaring voor het
fenomeen home bias. Beleggers met een hoger vermogen zijn eerder
bereid te betalen voor de kosten van informatie en beleggen dan ook vaker in
buitenlandse aandelen.
Niet alleen particuliere beleggers denken meer te weten van lokale fondsen.
Ook fondsmanagers en andere institutionele beleggers hebben aantoonbaar
vaker investeringen in bedrijven waarvan het hoofdkantoor niet alleen in
hetzelfde land is gevestigd, maar vaak ook dichtbij de locatie van de
belegger.
Zo wees onderzoek in 2001 uit dat een buitengewoon groot deel van
aandeelhouders van het telecombedrijf Bell woont in het servicegebied van
dit bedrijf.
Zeker van eigen kunnen
Onderzoekers Graham, Harvey en Huang van Duke University beargumenteren dat
zowel home bias, als de handelsfrequentie veroorzaakt worden door
dezelfde psychologische oorzaak, te weten het ‘competence effect’. Dat wil
zeggen: beleggers dichten zichzelf een gave toe om goede
beleggingsbeslissingen te nemen. Het zal niet verbazen dat dit bij mannen
vaker voorkomt dan bij vrouwen.
Ten opzichte van buitenlandse aandelen voelt een belegger zich minder
competent, hetgeen leidt tot ontwijkend gedrag. Hoe zelfverzekerder de
belegger, hoe groter de kans dat hij buitenlandse aandelen opneemt in zijn
portefeuille.
Valuta en home bias
Een meer valide overweging om dichtbij huis te beleggen is het valutarisico.
Het kopen van een onderneming waarvan de koers in een andere valuta luidt
dan je eigen valuta, brengt een additioneel risico met zich mee.
Je kunt dit risico beschouwen als onderdeel van het beleggingsrisico in zijn
algemeenheid - de valutaire ontwikkeling is dan een weerspiegeling van de
economische situatie van het land waarin het bedrijf zich bevindt . Of je
kunt het valutarisico afdekken. Dat laatste is in de praktijk voor
(particuliere) beleggers vaak een stap te ver en daarnaast ook kostbaar.
De komst van de Europese Monetaire Unie zou dan een uitkomst voor deze
beleggers moeten zijn geweest. Onderzoekers Schoenmaker en Bosch toonden in
2008 ook aan dat de komst van de euro de home bias meer dan in
niet-euro landen had verlaagd. Hiermee werd dus een ‘home-bias’ verruild
voor een ‘regional-bias’, maar in ieder geval al een vooruitgang.
Mijn visie is dat de consolidatie in beurzenland met de fusie van de
effectenmarkten van Amsterdam, Brussel, Parijs en Lissabon hier ook een
belangrijke rol in heeft gespeeld.
Fondsen in Nederland
Vermogensbeheerders in Nederland hebben altijd ingespeeld op de wens van
Nederlandse bankklanten om hun honger naar Nederlandse aandelen te stillen.
Dat verklaart waarom bij BNP Paribas (dat de activiteiten van ABN AMRO Asset
Management overnam) en bij ING Investment Management respectievelijk het
'Netherlands Fund' en het 'Dutch Fund' met 307 miljoen euro en 457 miljoen
euro, een relatief zeer groot gedeelte van het beheerd vermogen uitkmaken.
Beleggingswetenschappers zijn het er over eens: internationale diversificatie
van de portefeuille is het beste voor beleggers. Maar nu we weten hoe de
werkelijkheid eruit ziet, hoe goed doen Nederlandse aandelen het dan op
internationaal niveau?
Het antwoord op deze vraag zal weinigen kunnen bekoren: zeer slecht. Waar de
Amsterdamse AEX-index in de periode van 1999 tot heden met meer dan de helft
daalde, verloor de wereldwijde MSCI World Index in euro’s met nog geen 30
procent. In dollars gemeten met nog geen 8 procent.
Hoog tijd dus om brede internationale spreiding in de portefeuille aan te
brengen, al is het maar vanuit risicomanagement.
Matthijs Aler (35) is directeur bij Ohpen
Indexbeleggen en binnen Ohpen verantwoordelijk voor het beleggingsbeleid
en de dienstverlening aan particuliere klanten. De informatie in deze column
is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot
het doen van bepaalde beleggingen.
Volg de markten op Z24 Beurs
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl