Met dat toezicht ging het altijd niet altijd even goed. Maar van opvoeden
hebben ze gelukkig meer verstand bij De Nederlandsche Bank. De Week van het
Geld (ja, die is nu) inspireerde DNB om een onderzoek
onder kinderen en hun ouders te laten doen. Conclusie: ouders moeten de
financiële teugels laten vieren.

Ze moeten hun kinderen al op jonge leeftijd zakgeld geven en ze de vrijheid
geven bij het uitgeven ervan. Ouders zijn te beschermend, vindt de bank,
waardoor kinderen niet de kans krijgen fouten te maken en daar van te leren.

Hyperouders
Ik ben het er helemaal mee eens. Die overbeschermende
hyperouder
van tegenwoordig doet meer kwaad dan goed. Een goede opvoeder
staat zijn kind pijnlijke valpartijen toe.

Maar mijn aandacht werd vooral getrokken door een andere conclusie van DNB.
Ouders moeten hun kinderen “laten sparen met een doel voor ogen en niet
alleen sparen-om-het-sparen”, schrijft de bank.

De brave vaders die nog voor de geboorte al een ‘TopKid Rekening’ openden,
doen aan geestelijke verwaarlozing. Terwijl de aso die zijn kind vanachter
de krant toeschreeuwt: “Nieuwe voetbalschoenen? Spaar daar zelf maar voor!”
een pedagogisch genie is.

Doelloos sparen
Ook Vadertje Staat moet deze les nog leren. Want de overheid stimuleert
doelloos sparen als geen ander. Met een flinke belastingkorting worden
Nederlandse werknemers aangemoedigd om ieder jaar geld opzij te zetten op
een gedurende vier jaar geblokkeerde spaarloonrekening.

Deze regeling werd in 1994 door toenmalig staatssecretaris van Financiën
Willem Vermeend bedacht. Hij had twee bedoelingen. Allereerst was het een
verkapte belastingverlaging, waardoor de lastendruk op arbeid verminderde.
Dat paste in het loonmatigingsbeleid van het eerste paarse kabinet.

Ten tweede was het een paternalistische manier om het spaargedrag van
werknemers te stimuleren. Het was sparen zonder doel, sparen om het sparen.

Niet echt blij
Intussen is de spaarloonregeling al weer zestien jaar oud. Maar echt blij is
Den Haag er nooit mee geweest. Zowel links als rechts dacht van tijd tot
tijd hardop na over de afschaffing ervan.

Rechts omdat het een paternalistische en geldverslindende regeling was. Links
omdat al snel bleek dat vooral de hogere inkomens ervan profiteerden.
Bovendien deden sommige werkgevers niet mee, zodat er rechtsongelijkheid
tussen werknemers ontstond.

Maar telkens overleefde het spaarloon de politieke twijfel. Afschaffen zou een
belastingverhoging betekenen en het was toch ook wel goed om mensen aan te
sporen voor langere tijd wat meer geld opzij te zetten.

200 miljoen per jaar
Anno 2010 zijn beide argumenten niet langer geldig. Het mes moet fors in de
overheidsbestedingen. De spaarsubsidie is in wezen ook een uitgave, en kost
de staat ieder jaar ruim 200 miljoen euro. Dat is makkelijk verdiend voor
het nieuwe kabinet.

Ook het paternalistische argument snijdt geen hout meer. Vandaag wordt de
spaarlooninleg van de afgelopen vier jaar voortijdig ‘gedeblokkeerd’.
Dat is op verzoek van de Tweede Kamer die in de kansloze overtuiging
verkeerd dat die maatregel de consumptie zal aanjagen.

Het is al de tweede keer in vijf jaar tijd dat de blokkering van het spaarloon
afgaat. In 2005 mochten de spaarders het geld ook al vroegtijdige opnemen.
Toen had dat overigens geen meetbaar effect op de economische groei. Het zal
nu niet anders zijn.

Verleiding
Het vrijgeven van het spaarpotje is een verleiding die politici niet kunnen
weerstaan. Deblokkeren is een cadeautje voor de kiezer dat niets kost. Nu we
weten dat de politiek telkens door de knieën gaat, is het spaarloon in feite
een gewone spaarpot geworden. Een spaarpot met een niet te verdedigen
belastingvoordeel.

Afschaffen dus, dat spaarloon. Maak er een algemene belastingverlaging ter
waarde van 200 miljoen van, of gebruik de opbrengst om het gat in de
begroting een beetje te dichten.

Eerder dit jaar pleitte de Studiecommissie
Belastingstelsel
daar ook al voor. De spaarloonregeling is ingewikkeld,
kostbaar en tijdrovend voor de betrokken werkgevers en banken. “De commissie
is van mening dat de spaarloonregeling kan worden afgeschaft”, luidt de
conclusie.

Dat is duidelijke taal. Afschaffen van het spaarloon zou in de formatie een
hamerstuk moeten zijn.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl