Aanstaande donderdag vergadert de ECB. Op dezelfde dag komen de nieuwe inflatievoorspellingen naar buiten. Grijpt Draghi deze kans aan om weer eenheid binnen de centrale bank te krijgen?
Het eurogebied zit nog steeds in het gevarengebied. In februari kwam de inflatie uit op 0,8 procent. Dat is net iets hoger dan de 0,7 procent waar analisten op gokten en gelijk aan het percentage van een maand eerder.
Van de 182 maanden dat de euro bestaat, waren er maar tien maanden waarin de inflatie nog lager was. Al deze maanden vielen in 2009 toen de Europese economie in een diepe recessie zat.
ECB-president Mario Draghi maakt zich zorgen. De lage inflatie rijdt zijn poging om de rente in Europa laag te houden in de wielen. De reële rente (dat is de rente minus inflatie, oftewel de werkelijke kosten van lenen en opbrengst van sparen) is hoger als de inflatie laag is. Lenen wordt duurder en sparen lonender, precies het omgekeerde van wat de ECB met het lage rentebeleid wil bereiken.
Vandaar dat Draghi denkt dat de eurozone met een inflatie van minder dan 1 procent in de ‘danger zone’ zit, zoals hij onlangs uitlegde in Der Spiegel.
Draghi zwichtte al eerder
‘Als je het gevaarlijk vindt, doe er dan wat aan!’ is de reactie van veel analisten. De ECB moet de officiële rente verder verlagen, vinden zij, en de depositorente (die banken ontvangen als ze bij de ECB sparen) negatief maken, en misschien zelfs overgaan tot het opkopen van staatsobligaties en andere effecten.
Draghi zwichtte al eerder voor de druk van de analisten en andere zelfbenoemde ECB-adviseurs. Op 7 november 2013 verlaagde de ECB de officiële rente met een kwart procentpunt naar 0,25 procent.
Die stap kwam enkele dagen nadat Eurostat een onverwacht sterke daling van de Europese inflatie had gemeld. In oktober was de inflatie op een schamele 0,7 procent uitgekomen. Een maand eerder was dat nog 1,1 procent geweest. En een kwartaal eerder bedroeg de inflatie nog een keurige 1,6 procent.
Dat was schrikken. Geen tijd meer voor uitstel, vond Draghi, meteen de rente verlagen. Hij kreeg een meerderheid van de bestuursraad mee.
Maar niet iedereen. Van de 23 ECB-bestuurders stemden er zes tegen. De Financial Times (betaalmuur) zou later berichten dat onder andere de Duitse bankpresident Jens Weidmann zijn Nederlandse collega Klaas Knot zich tegen de plotselinge renteverlaging hadden verzet.
In strijd met principe
Vonden zij de rente al laag genoeg? Dat zou kunnen. Maar er is een betere verklaring voor hun verzet. De ECB heeft financiële markten de afgelopen jaren tot keer op keer voorgehouden dat het monetaire beleid zich richt op prijsstabiliteit op de middellange termijn. Met andere woorden: men reageert niet op plotselinge veranderingen van de inflatie.
Monetair beleid werkt met vertraging op de economie, dus op ieder incident reageren heeft geen zin. Bovendien wil de ECB graag voorspelbaar zijn, dus probeert men verrassingen te vermijden.
De plotselinge renteverlaging van november 2013 was in strijd met dit principe, want gebaseerd op de daling van de inflatie in een enkele maand.
Bovendien zou een maand later, tijdens de decembervergadering, de nieuwe ramingen van de ECB voor de middellange termijn bekend worden gemaakt. Als dan zou blijken dat de inflatie lang en hardnekkig laag zou blijven, was dat het logische moment geweest voor een renteverlaging.
Met een maandje uitstel, en dan een renteverlaging, had de ECB meer in lijn met de jarenlang opgebouwde verwachtingen gehandeld. Maar een meerderheid van de ECB-bestuurders besliste anders. Dat een verdeelde ECB een slechte indruk maakt, nam Draghi blijkbaar op de koop toe.
Recht zetten
Aanstaande donderdag krijgt de ECB een kans om dit weer recht te zetten. Dan wordt er weer over de rente vergaderd. Op dezelfde dag komen ook weer nieuwe middellange-termijnramingen naar buiten.
Als daaruit blijkt dat de ECB verwacht dat de inflatie nog lang zeer laag blijft, zou dat reden kunnen zijn voor actie. Ditmaal mét instemming van haviken Weidmann en Knot.