ANALYSE – Het kabinet-Rutte III stelt dat bijna iedereen wint met het afgelopen september gepresenteerde belastingplan voor 2019.
Op de site van de Rijksoverheid staat trots dat veel mensen voordeel hebben, omdat de inkomstenbelastingberekening in 2021 van vier belastingschijven teruggaat naar twee schijven. De “inkomstenbelasting daalt voor meeste huishoudens”, luidt de wervende tekst.
En ja, de tarieven in drie van de vier belastingschijven gaan omlaag. Bijna iedereen profiteert; alleen voor inkomens tot ongeveer 20.000 euro gaat het tarief omhoog met ongeveer 0,5 procentpunt.
Voor hogere inkomens lijkt de belastingdruk optisch gezien fors te dalen in het nieuwe tweeschijvenstelsel. Het toptarief voor het inkomensdeel boven de 68.000 euro daalt immers met zo’n 2,5 procentpunt. En voor het inkomensdeel tussen de 20.000 en 68.000 euro dalen te schijftarieven ook.
Toch kunnen Nederlanders die grofweg twee keer het modale inkomen of meer verdienen ook redenen aanvoeren om te klagen. De schijventarieven vertellen namelijk maar een deel van het verhaal.
Het kabinet-Rutte III sleutelt namelijk ook aan diverse fiscale aftrekmogelijkheden voor de inkomstenbelasting. Het kabinet gaat de mogelijkheden voor belastingaftrek van mensen met hogere inkomens drastisch inperken.
In een toelichting op het Belastingplan 2019 staat letterlijk: "Voor huishoudens met een inkomen boven 68.507 euro wordt vanaf 2020 de hypotheekrenteaftrek sneller afgebouwd. Ook wordt het aftrektarief van een aantal andere aftrekposten geleidelijk afgebouwd (...). Met de opbrengst van deze maatregel betaalt het kabinet de verlaging van de inkomstenbelasting.”
Kortom, het kabinet van VVD-premier Mark Rutte laat hogere inkomens ironisch genoeg zelf de verlaging van de inkomstenbelasting financieren. Dat gebeurt op de volgende vier manieren.
1. Alimentatieverplichtingen worden veel duurder
Stel je hebt met je ex afgesproken jaarlijks 10.000 euro alimentatie over te maken. Dat kan met de nieuwe belastingaftrekregels zomaar 1.500 euro duurder worden.
Hoe dat werkt? Zit je als betaler van alimentatie in de hoogste belastingschijf, dan betaal je in 2018 afgerond 52 procent belasting. Aftrekbare kosten, zoals alimentatie kun je ook aftrekken tegen die 52 procent.
Die tarieven gaan omlaag. Vanaf 2023 kan de aftrek van alimentatiekosten tegen maximaal 37 procent. Dus betaalde je als veelverdiener eerst netto 4.800 euro alimentatie, namelijk 10.000 euro minus 5.200 euro belastingaftrek, dan is dat straks 10.000 euro minus 3.700 euro aftrek. Dus je nettokosten gaan van 4.800 euro naar 6.300 euro. Je hebt zomaar 30 procent hogere lasten in dit voorbeeld.
Ga je met een vriendelijk verzoek naar je ex om de alimentatie omlaag te brengen... dat kunnen lastige gesprekken worden. Extra lastig omdat afspraken in echtscheidingsconvenanten vaak voor meerdere jaren vastliggen.
2. Schenking aan goede doelen wordt ook duurder, zeker als je jaarlijks giften doet
Schenken wordt ook duurder. Wanneer je boven een bepaalde drempel uitkomt, kun je giften aftrekken van het belastbare inkomen. Voorwaarde is wel dat zo'n goed doel een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) is. Ook dat wordt flink duurder.
Zeker voor mensen die een schenking doen in jaarlijkse termijnen is het vervelend. Zij leggen zich vast om minimaal vijf jaar een bedrag over te maken aan een goed doel. Door te schenken via een 'periodieke gift' mag je jaarlijks het hele bedrag als aftrekpost opvoeren.
Stel je bent in 2017 begonnen, je beloofde vijf keer 1.000 euro te schenken. Dat kostte eerst netto 420 euro per jaar (1000 euro minus 52 procent belastingaftrek). Voor de komende jaren lopen de kosten op. Tot 630 euro per jaar (1000 euro minus 37 procent belastingaftrek) vanaf 2023.
Net als bij de alimentatieverplichtingen maak je een afspraak voor meerdere jaren en opeens lopen de kosten relatief enorm op.
3. Arbeidsongeschiktheidsverzekering netto ook fors duurder
Ook bij premies voor arbeidsongeschiktheidsverzekeringen gaat de fiscale aftrek omlaag. Dit is bijvoorbeeld zeer relevant voor zelfstandigen. De aftrek geschiedt vanaf 2023 nog maar tegen 37 procent.
4. Afbouw hypotheekrenteaftrek raakt hogere inkomens relatief hard
Waarschijnlijk de grootste ingreep voor veel hogere inkomens is de versnelde afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Kun je in 2018 de hypotheekrente nog tegen maximaal 49,5 procent aftrekken, in 2023 wordt dat maximaal 37,05 procent.
Een pleister op de wond is dat het kabinet ook het eigenwoningforfait wil verlagen uit de opbrengst van de lagere hypotheekrenteaftrek. Het eigenwoningforfait is een percentage van de WOZ-waarde van de woning waarover belasting moet worden betaald. Hoe dat precies uitpakt, is erg afhankelijk van de woningwaarde en de hoogte van de hypotheek.
Sowieso geldt voor bovenstaande maatregelen dat het sterk van je individuele situatie afhangt hoe zwaar iemand geraakt wordt. Maar zeker is dat de beperking van tal van aftrekposten het feestje van de lagere belastingtarieven niet voor iedereen even vrolijk maakt.