- De afremming van de Nederlandse economie is eerder in gang gezet dan gedacht.
- Economen van de Rabobank verwachten daarom een economische groei die dit jaar uitkomt op slechts een magere 0,6 procent.
- De werkloosheid zal weliswaar iets stijgen, maar blijft naar verwachting op een laag niveau vanwege de aanhoudende personeelskrapte.
- Lees ook: Inflatie hakt steeds meer in op consumptie in Nederland: groei valt bijna helemaal stil
De Nederlandse economie groeit dit jaar met 0,6 procent en volgend jaar met 0,9 procent. Dat verwacht de Rabobank, nadat het eerste kwartaal van 2023 een verrassende krimp noteerde door de afzwakkende wereldhandel.
Economen van ABN AMRO zijn ook minder positief geworden en rekenen op 0,7 procent groei dit jaar en 1 procent in 2024.
De economische groei wordt vooral beperkt door onder meer personeelstekorten, terwijl de vraag naar goederen en diensten op niveau blijft door de uitgaven van huishoudens en overheidsbestedingen, voorzien de economen van Rabobank.
Het zorgt voor een verhoogde inflatie, al is die niet zo hoog als vorig jaar. Ook gaat de Rabobank ervan uit dat de werkloosheid iets stijgt. Maar die blijft naar verwachting op een laag niveau vanwege de aanhoudende personeelskrapte.
Volgens hoofdeconoom Ester Barendregt van RaboResearch is de afremming van de economie sneller in gang gezet dan voorzien. "Vooral de lagere export en de afbouw van voorraden waren debet aan de krimp in het eerste kwartaal. Voor de rest van het jaar voorzien wij nog altijd een beperkte afkoeling. Het aantal faillissementen ligt weliswaar fors hoger dan vorig jaar, maar is in historisch perspectief nog altijd laag", zegt Barendregt.
"En hoewel de koopkracht van huishoudens onder druk staat door de hoge inflatie, nemen de lonen inmiddels sterk toe, heeft een recordaantal Nederlanders betaald werk en steunt de overheid de inkomens. De vraag van consumenten blijft dus op peil."
Geen zware recessie in Nederland
ABN AMRO denkt niet dat Nederland in een zware recessie terecht zal komen, omdat de economie heel weerbaar is. "Zo steunt de blijvend krappe arbeidsmarkt de uitgaven. Verder zijn de buffers van bedrijven en huishoudens aanzienlijk, mede hierdoor blijft de negatieve invloed van de draai op de huizenmarkt beperkt." Een lagere groei is volgens hen "welkom" omdat er signalen zijn dat de economie oververhit raakt.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) schatte deze week de economische groei van Nederland voor dit jaar op 0,9 procent en voor volgend jaar op 1,4 procent. Het Centraal Planbureau (CPB) waarschuwde eind vorige maand dat de Nederlandse economie nog steeds in een recessie kan belanden. De laatste economische raming van het CPB dateert van maart. Toen ging het instituut voor dit jaar en volgend jaar uit van respectievelijk 1,6 en 1,4 procent groei van de Nederlandse economie.
De inflatie ligt weliswaar fors lager dan vorig jaar, maar is nog steeds hoger dan we in twee decennia gezien hebben, waarschuwt de Rabobank. Die prijsdruk vloeit niet alleen uit gestegen kosten voor grondstoffen en personeel, maar komt ook voort uit de oververhitte economie.
De vraag naar producten en diensten blijft naar verwachting hoog, en de analisten van Rabobank zien dat de aanbodzijde van de economie dit niet kan bijbenen. De kerninflatie (de inflatie zonder energie- en voedselprijzen) levert in de raming van de bank dit jaar de grootste bijdrage aan het totale cijfer. Volgens de berekeningen komt de kerninflatie in 2023 uit op ruim 7 procent.