ANALYSE – Een 66-jarige leidinggevende van een hotel op Aruba is op staande voet ontslagen, omdat er meldingen van medewerksters binnen kwamen van seksuele intimidatie.
De rechter heeft zich in een vonnis op 29 juni over deze zaak uitgesproken.
De eerste medewerkster werkte op uitzendbasis bij het hotel. Zij beklaagde zich erover dat de leidinggevende haar had gezegd dat uitzendkrachten minder te werken uren zouden krijgen, maar dat hij bereid was om haar inkomstenverlies van 300 Arubaanse florijnen met zijn privégeld te compenseren als ze bereid was met hem uit te gaan. Deze medewerkster zei nee tegen dat aanbod.
Enige tijd later toen ze ziek was drong de leidinggevende erop aan bij haar thuis langs te komen voor een bezoek, terwijl de medewerkster zich daar niet comfortabel bij voelde en dat volgens het protocol bij ziekte ook niet nodig was. De vrouw besloot niet meer bij het hotel te gaan werken.
Een tweede medewerkster gaf aan dat de leidinggevende haar ongevraagd op haar mond had gezoend. Ook andere medewerkers hebben geklaagd over discriminatie en seksuele intimidatie.
Aanvechten ontslag op staande voet
De werkgever heeft de leidinggevende wegens deze vormen van seksuele intimidatie op staande voet ontslagen. De leidinggevende heeft zich in kort geding op nietigheid van het ontslag beroepen. Hij ontkent alle beschuldigingen, maar erkent wel bij de zieke uitzendkracht thuis te zijn geweest.
De voorzieningenrechter oordeelt dat niet in kort geding kan komen vast te staan of de leidinggevende zich aan de verweten gedragingen schuldig heeft gemaakt, maar het wel vaststaat dat volgens het protocol van het hotel niet nodig is dat zieke uitzendkrachten een huisbezoek krijgen.
Omdat de leidinggevende niet kan uitleggen wat de noodzaak van dit huisbezoek was gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat er andere dan strikt zakelijke motieven bij dit bezoek waren. De voorzieningenrechter ziet niet in waarom de uitzendkracht niet de waarheid zou vertellen over de andere verwijten. Volgens de rechter voelde ze zich kennelijk zo ongemakkelijk dat ze niet meer bij het hotel wil werken.
Bodemprocedure na kort geding
De rechter komt dan ook tot de conclusie dat de leidinggevende zich opgepast heeft gedragen. Hij heeft ook geen reden om aan de juistheid van de verklaringen van de andere twee medewerksters te twijfelen en oordeelt dat niet gebleken is dat het kort geding in een bodemprocedure geen stand zal houden. Het ontslag op staande voet blijft dan ook in stand.
In deze zaak is het opvallend dat de rechter eerst vast stelt dat buiten het onnodige huisbezoek bij de zieke uitzendkracht de overige verweten omstandigheden in kort geding niet kunnen komen vast te staan, maar hij toch het ontslag op staande voet in stand houdt.
De leidinggevende kreeg uit zoveel verschillende hoeken verwijten over seksuele intimidatie en discriminatie dat de leidinggevende in de ogen van de rechter niet geloofwaardig over kwam bij zijn ontkenningen.
Bovendien kon de rechter doordat de leidinggevende alles ontkende niet vaststellen of de leidinggevende misschien een situatie verkeerd inschatte of spijt had. Er was in deze zaak dus geen sprake van waterdicht bewijs van de verweten gedragingen, maar door het gebrek aan geloofwaardigheid bij de leidinggevende werd de grote hobbel die normaal gesproken geldt bij ontslag op staande voet toch door de werkgever genomen.
Sander Schouten is advocaat arbeidsrecht en ondernemingsrecht bij AMS Advocaten.